Clozapine
Schizofrenie is een heterogeen ziektebeeld dat bij veel patiënten chronisch verloopt en gepaard gaat met een ongunstige prognose. Voor hen is tertiaire preventie het belangrijkste behandeldoel om het infauste beloop te stoppen. Farmacotherapie is een van de pijlers onder de behandeling van schizofrenie en is bewezen effectief bij het behandelen van psychoses en ter voorkoming van exacerbatie en terugval na herstel. Therapieresistentie, agressie, suïcidaliteit, verslaving, zorgmijding en therapieontrouw zijn enkele complicaties die kunnen optreden bij het behandelen van patiënten met schizofrenie.
Clozapine is een superieur antipsychoticum bij therapieresistente patiënten. Ook zijn er steeds meer aanwijzingen dat clozapine effectiever is dan reguliere middelen indien zich bovengenoemde complicaties voordoen. Clozapine heeft echter een aantal bijwerkingen, waardoor hoge eisen gesteld worden aan de voorschrijver, de patiënt en hun therapeutische relatie. Naast zorgvuldige indicatiestelling moet de patiënt goed gevolgd worden. Sommige somatische complicaties vereisen samenwerking met huisarts en/of internist.
In dit symposium, een geheel herziene versie van het ClozapinePlusSymposium van het Voorjaarscongres 2007, wordt uitgebreid ingegaan op de verschillende antipsychotica en de positie van clozapine. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de indicatiestelling, inclusief bijzondere indicaties zoals stemmingsstoornissen, parkinsonisme, agressie en verslaving. Bijwerkingen zoals sufheid, agranulocytose en het metabool syndroom en de daarbij behorende behandelstrategieën worden besproken. Ook zal aandacht besteed worden aan de resultaten van onderzoek, door de werkgroep, naar de effectiviteit van dwangbehandeling bij een groep ernstig zieke, therapieresistente patiënten. Omdat de realiteit op afdelingen, op straat en in spreekkamers maatgevend is, zal er ruime mogelijkheid zijn tot het stellen van vragen en voor discussie.