achtergrond Antidepressiva worden in de dagelijkse praktijk niet altijd gebruikt zoals richtlijnen voor behandeling van depressie aangeven. Ruim de helft van de gebruikers van antidepressiva stopt binnen 6 maanden na starten. Onderzoek naar vroegtijdig stoppen is tot nu toe voornamelijk gebaseerd op gegevens afkomstig uit geautomatiseerde prescriptiebestanden. Uit deze onderzoeken zijn verschillende factoren naar voren gekomen die het vroegtijdig stoppen voorspellen. Het inzicht in de oorzaken van het gedrag van de patiënt is echter nog beperkt.

doel Meer inzicht verkrijgen in de oorzaken van het vroegtijdig stoppen door middel van informatie afkomstig van de patiënt zelf.

methoden Ervaringen met antidepressiva gemeld bij meldpunten (Geneesmiddelinfolijn, Meldpunt Medicijnen) worden gebruikt om meer inzicht te krijgen in de problemen die patiënten hebben met het gebruik. Daarnaast worden patiënten in verschillende fasen (acceptatie, stoppen) van de behandeling met een antidepressivum, via de apotheek benaderd met een vragenlijst. Tot slot worden diepte-interviews gehouden om meer inzicht te krijgen in de afwegingen van patiënten om al dan niet te stoppen met het gebruik van een antidepressivum.

resultaten Een kwart van de patiënten die starten met een antidepressivum haalt slechts één recept op in de apotheek. Van deze groep is een derde niet gestart met het gebruik van het antidepressivum, de overigen zijn binnen twee weken gestopt. Angst voor en het optreden van bijwerkingen spelen een belangrijke rol bij het niet accepteren van de therapie. Ruim de helft van deze patiënten was op eigen initiatief gestopt zonder overleg met de arts. Patiënten hebben relatief vaak vragen over stoppen met het gebruik van antidepressiva en ervaren veel problemen met het stoppen. Bijwerkingen spelen een belangrijke rol tijdens de behandeling, worden als zeer belastend ervaren en leiden vaak tot stoppen van de therapie.

conclusie Inzicht in het perspectief van de patiënt op de behandeling met antidepressiva kan helpen om de behandeling te verbeteren en het vroegtijdig stoppen te voorkomen.