Therapietrouw betreffende psychofarmaca
inleiding Er wordt al enkele decennia lang onderzoek gedaan naar therapietrouw en de gevolgen van therapieontrouw, echter zonder dat dit tot eenduidige resultaten heeft geleid. Er bestaat geen gouden standaard voor het meten van therapieontrouw, er is geen algemeen aanvaarde onderliggende theorie die therapieontrouw verklaart of onderbouwt, en er is zelfs onenigheid over wat er onder wordt verstaan. In deze presentatie zal de taxonomie van therapieontrouw worden toegelicht, een inschatting worden gemaakt van de grootte van het probleem in de psychiatrie, en een overzicht van mogelijke succesvolle interventies ter verbetering van therapieontrouw worden gegeven.
methoden Er zal een overzicht worden gegeven van de meest recente literatuur.
resultaten Bij de behandeling met geneesmiddelen zijn drie fasen te onderscheiden: acceptatie (van het behandelvoorstel), uitvoering (van het voorschrift), en uiteindelijk het stoppen met de behandeling. Er zijn hierdoor ook 3 verschillende vormen van therapieontrouw te onderscheiden: problemen met acceptatie, met het uitvoeren en met het volhouden. Hierbij is van belang om onderscheid te maken in bewuste en onbewuste therapieontrouw. Eén van de basale problemen bij onderzoek naar therapieontrouw is het goed meten. Voor veel meetmethoden geldt dat bewuste falsificaties mogelijk zijn. Bovendien is nog onvoldoende bekend in hoeverre het meten niet ook direct of indirect de therapietrouw beïnvloedt. Er zijn drie types interventies te onderscheiden waarvan is aangetoond dat ze een effect hebben op verbetering van de therapietrouw: technische interventies, gedragsinterventies en educatieve interventies.
conclusie Bij veel studies naar therapietrouw en het effect van interventies wordt onvoldoende onderscheid gemaakt tussen verbetering van de uitvoering van de therapie, en het volhouden van de therapie. Ook onbewuste therapieontrouw (vergeten) en bewuste therapieontrouw vergen een verschillende aanpak, waar nog te weinig over bekend is.