Implementatiestrategieën voor de invoering van 'routine outcome assessment' voor mensen met een psychose
Het invoeren van een zo uitgebreid instrument als de routine outcome assessment volgens het phamous-protocol vraagt om de juiste strategieën op de diverse niveaus.
Vanaf januari 2007 is een begin gemaakt met de (gedeeltelijke) invoering van dit protocol binnen ggz Friesland, Lentis, ucp-umcg, ggz Drenthe, Van Mesdagkliniek, Adhesie en de Parnassia- Groep. In 2008 sluiten nog een aantal ggz-instellingen zich hierbij aan.
In al deze instellingen vindt de implementatie plaats binnen de verschillende lokale initiatieven, zoals het opzetten van een patiëntenvolgsysteem vanuit het rgoc, een farmaco-ketenproject van het ministerie van vws, het structureel inbouwen in de reguliere patiëntenzorg of bijvoorbeeld deelname aan het 'Zorg voor Beter'-project van het Trimbos-instituut.
Overleg en overreding van de noodzaak tot implementatie is nodig op macroniveau (zorgverzekeraar, raden van bestuur), mesoniveau (managers, medische staf) en microniveau (behandelaars en patiënten). Ter ondersteuning zijn er kosteneffectiviteitsanalyses gedaan. Binnen het phamous- project zijn zowel voorbeelden van topdown- als van bottom-upstrategieën te vinden.
In de presentatie zullen de gevolgde strategieën (wat werkt wel en wat werkt niet) worden toegelicht. Ook praktische vragen komen aan bod. Wat kost routine outcome assessment, hoe is het te declareren en wanneer wordt het kosteneffectief?