De waarde van de remissiecriteria binnen routinematige uitkomstbeoordeling bij mensen met een psychose binnen phamous
Sinds kort is er ook voor schizofrenie consensus ontstaan over een definitie van remissie op basis van de drie kerndimensies: psychoticisme, disorganisatie en negatieve symptomen. Operationele criteria voor remissie zijn onder meer geformuleerd op basis van de panss.
Sinds januari 2007 is in een aantal ggz-instellingen en het ucp begonnen met routinematige uitkomstbeoordeling voor mensen met een psychose volgens het Pharmacotherapy Monitoring and OUtcome Survey (phamous)-protocol. De remissie- tool (panss-r) wordt hierbij afgenomen in combinatie met instrumenten voor psychosociaal functioneren (honos) en voor de subjectief ervaren kwaliteit van leven (Manchester Short Assessment of quality of life; mansa). Daarnaast omvat het protocol een somatische screening (laboratoriumonderzoek, lichamelijk onderzoek), een instrument voor de subjectief ervaren werking en bijwerking van antipsychotica (Subjectieve Reactie op Antipsychotica vragenlijst; sra) en een aantal items over patiënttevredenheid en de kwaliteit van zorg.
De data die op basis van deze instrumenten zijn verzameld, geven de mogelijkheid het remissieconcept verder te valideren. De vraag die nu kan worden beantwoord, is hoe remissie samenhangt met sociaal functioneren en met kwaliteit van leven. Er is nog geen consensus over de vraag hoe functioneel herstel kan worden gedefinieerd en geoperationaliseerd. In onze presentatie zullen wij hier een voorstel voor doen.