Verminderde corticale dikte bij patiënten met psychose en hun familieleden
achtergrond Veel studies hebben aangetoond dat mensen met schizofrenie een verdunning van de cortex hebben. Dit zou een gevoelige maat kunnen zijn om kleine corticale afwijkingen op te sporen die op hun beurt dan weer verspreide neurocircuits beïnvloeden. Deze specifieke hersenveranderingen kunnen direct samenhangen met het klinische fenotype, maar zijn ook vermoedelijke indicatoren voor een genetische kwetsbaarheid voor de ziekte (endofenotypes).
doel Deze studie onderzoekt of er bewijs is voor verminderde corticale dikte bij patiënten met schizofrenie en bij personen die een verhoogd genetisch risico hebben op de ziekte.
methode Anatomische mri-scans zijn verzameld van 24 patiënten met schizofrenie, 35 gezonde broers of zussen van deze patiënten en 31 controleproefpersonen. Brainvoyager qx is gebruikt om corticale dikte te meten.
resultaten Analyses hebben significante corticale verdunning aangetoond bij patiënten vergeleken met controlepersonen in de volgende gebieden: de linker gyrus rectus, rechter cuneus, linker olfactorische sulcus, linker en rechter parahippocampale gyrus, rechter postcentrale sulcus en de linker transverse occipitale sulcus. Broers en zussen hadden een vermindering van de cortex in de rechter cuneus, rechter postcentrale sulcus en de rechter superior pariëtaalkwab ten opzichte van controlepersonen. Wanneer patiënten vergeleken werden met hun broers en zussen, werd er corticale verdunning gevonden in gebieden die niet aangetast waren bij de broers en zussen.
conclusie Verminderde corticale dikte werd gevonden bij zowel patiënten met schizofrenie als hun broers als zussen. Een groter patroon van verminderde dikte in verscheidene hersengebieden was gevonden bij patiënten, misschien als een gevolg van de ziekte, door de medicatie of omgevingsfactoren. Maar de overlappende gebieden veronderstellen dan wel weer een gedeeld genetisch component. Wij vermoeden dat deze endofenotypische markers van kwetsbaarheid samenhangen met bepaalde klinische variabelen bij patiënten en in een mindere mate, bij de broers en zussen.