Psychiatrische consultatie in Nederlandse verpleeghuizen
achtergrond Hoewel verscheidene studies hoge prevalenties van psychiatrische stoornissen in verpleeghuizen rapporteren, zijn er weinige die primaire verwijsredenen voor consultatie onderzochten en deze vergeleken met prevalentiedata.
methoden Aan deze studie namen 14 verpleeghuizen in de regio Amsterdam deel (juni 1999 tot september 2003). Verpleeghuisartsen scoorden de belangrijkste verwijsredenen voor psychiatrische consultatie gebruikmakend van de Neuropsychiatrische Inventarisatielijst (npi). Twee items werden toegevoegd te weten 'Eisend gedrag' en 'Overige indicaties'. npi-symptomen werden gescoord als aanwezig/afwezig. Patiënten werden vervolgens psychiatrisch beoordeeld door een ouderenpsychiater. De redenen voor verwijzing werden vergeleken met patiëntkenmerken en prevalentiegegevens van neuropsychiatrische symptomen bij dementie, verricht in de waalbed- studie (Zuidema e.a., 2007).
resultaten Van de 825 patiënten verwezen voor psychiatrische consultatie hadden 325 een vorm van dementie. Indeling in vormen van dementie: alzheimerdementie (ad) (33%), vasculaire dementie VaD (20%), lewybodydementie/parkinsondementie (dlb/pdd) (6,5%), frontotemporale dementie (ftd) (6%) en overige (34,5%), meestal ad en VaD. Bij een verzoek om consultatie vonden verpleeghuisartsen hoge scores op agitatie/ agressie, ontremming en doelloos repetitief gedrag (> 20%). Ook depressie scoorde hoog (19,4%). Psychotische symptomen, euforie, apathie, eetgedragverandering en eisend gedrag kwamen weinig voor (< 10%). In totaal 7/12 npi-domeinen voor psychiatrische consultatie verschilden significant van de prevalentiedata uit de waalbed-studie: agitatie en ontremming scoorden hoger dan de prevalentiegegevens; wanen, euforie, apathie, prikkelbaarheid en eetgedragverandering scoorden significant lager.
conclusie Voor zover wij weten is dit de eerste studie naar primaire verwijsredenen voor psychiatrische consultatie bij dementie in Nederlandse verpleeghuizen, waarbij bovendien de data vergeleken werden met prevalentiegegevens. Er zijn grote verschillen tussen verwijsredenen en geschatte symptoomprevalenties: agitatie en ontremming scoorden veel hoger dan andere symptomen zoals apathie. Deze laatste wordt mogelijk niet gediagnosticeerd en niet onder de aandacht gebracht van de consulterend psychiater. Anders gezegd: de psychiater ziet veel psychopathologische stoornissen in het verpleeghuis, maar ziet lang niet alles. Hoogstwaarschijnlijk wordt de apathische, geretardeerde en niet als lastig ervaren patiënt hierbij over het hoofd gezien.