De theorie van graduele supersensitiviteit van het dopamine D2-systeem bij schizofrenie
achtergrond Dopamine speelt een belangrijke rol bij zowel schizofrenie als dyskinesie en er lijkt een dosis-responsrelatie te bestaan tussen werking, bijwerkingen en receptorbezetting. Een mogelijk verklaringsmodel is een pandopaminerge hypersensitiviteit bij schizofrenie (beïnvloed door exogene factoren).
methode In een epidemiologisch cohort van 10.000 patiënten met schizofrenie werd onderzocht: (1) is er sluitend bewijs voor risicofactoren voor het optreden van dyskinesie bij patiënten met schizofrenie; (2) hoe is de relatie tussen exogene risicofactoren en dyskinesie; (3) zijn er longitudinale associaties tussen dyskinesie en afgeleide meetwaarden die de verschillende dopamine(D2)- banen representeren.
doel Een pan-dopaminerge betrokkenheid als verklaringsmodel voor schizofrenie met dyskinesie als symptoomcluster.
resultaten Naast gebruik van de eerste generatie antipsychotica, bleken leeftijd en akathisie voorspellers voor het optreden van dyskinesie. Gebruik van antipsychotica van de tweede generatie heeft een aanmerkelijk lagere incidentie van dyskinesie; bovendien is er sprake van verminderd persisteren van verschijnselen van dyskinesie bij gebruik van de tweede generatie antipsychotica, Verder voorspellen afgeleide maten van de verschillende dopaminebanen het optreden van dyskinesie, veelal in een dosis-responsrelatie.
discussie De incidentie van dyskinesie is lager bij gebruik van de tweede generatie antipsychotica. Wanneer desondanks dyskinesie optreedt bij gebruik van de tweede generatie antipsychotica, lijkt deze te persisteren. Dit suggereert dat er sterk modererende effecten van onderliggende, predisponerende, factoren een rol spelen. Een verklaringsmodel zou kunnen zijn dat dyskinesie een basissymptoom is van schizofrenie in plaats van puur een bijwerking van medicatie. Verder onderzoek moet het concept van een gradueel oplopende dopamine(D2)-receptorsensitiviteit nader onderbouwen. Het concept van patiënten met een verhoogde gevoeligheid, zich uitend in een dyskinesiefenotype, geeft mogelijkheden voor preventie, rationele farmacotherapie en inzicht in verwachte zorgzwaarte.