Kortdurende dynamische psychotherapie. De klinische toepassing van ISTDP in groepen
In De Viersprong te Halsteren is sinds 1995 een uniek klinisch programma ontwikkeld dat geïnspireerd is op intensieve kortdurende psychodynamische psychotherapie (istdp) volgens Davanloo. Deze methode houdt in dat de karakterweerstanden van patiënten met persoonlijkheidsstoornissen worden verhelderd en uitgedaagd, zodat deze weerstanden egodystoon worden. Door de psychologische druk die wordt uitgeoefend en de uitdaging om de weerstand op te geven komt de patiënt in contact met vroege angsten. Tevens worden overdrachtsgevoelens manifest en worden ze direct beleefd in de relatie met de therapeut. Met behulp van deze methode ontstaat een intrapsychische crisis die leidt tot de ontsluiting van het onderbewuste. Het gevolg is dat de patiënt zich bewust wordt van zijn zelfondermijnende gedrag en hierin verandering kan aanbrengen. Pas nadat de centrale dynamische sequentie is doorlopen en de weerstand frontaal is geconfronteerd, volgt de fase van de interpretatie. Via deze omstreden techniek, die een aparte opleiding vereist, wordt het therapeutische proces aanzienlijk versneld. De methode vindt haar theoretische onderbouwing in de klassieke freudiaanse driftpsychologie en noemt zich ambitieus in haar doelstellingen (structurele persoonlijkheidsverandering). In de eerste drie hoofdstukken van het boek wordt het davanloomodel onderscheiden van de andere psychoanalytische psychotherapieën. Blijkbaar is het mogelijk om een klinische variant te ontwerpen van dit model. Elke patiënt heeft ongeveer één individuele istdp-therapiezitting per week, terwijl de andere leden van de groep waartoe hij behoort toeschouwer zijn. Op die manier ontstaat een simultaantherapie. Na de individuele zittingen wordt nog groepstherapie voorzien. Deze therapieën zijn ingebed in een constructief therapeutisch milieu. Alle individuele psychotherapiezittingen worden op video opgenomen. Achteraf kunnen de zittingen teruggezien worden. Aan de hand van klinische vignetten wordt de werkwijze geïllustreerd. Verder zijn er inleidende beschouwingen over de organisatie van een therapeutisch milieu en het onderscheid tussen ambulante en klinische groepstherapie. Het boekje sluit af met een bespreking van de behandelresultaten van de klinische toepassing. Met een effectgrootte van 2,0 is het effect groter of gelijk aan de resultaten die bij andere onderzoeken naar psychotherapie bij persoonlijkheidsstoornissen gevonden zijn. Bemoedigend is vooral dat de zorgconsumptie het jaar na de behandeling aanzienlijk vermindert. De methodologische beperkingen van dit naturalistisch onderzoek worden eerlijk beschreven. Interessant vond ik de opmerking over secundaire traumatisering van therapeuten bij het werken met patiënten met ernstige persoonlijkheidsstoornissen. Een aanrader voor wie zich interesseert voor milieutherapie en/of klinische psychotherapie.
M. Hebbrecht