Handboek Ouderenpsychologie
Ouderenpsychologie is een groeiend vak, dat mede door de vergrijzing van onze samenleving ook van toenemend maatschappelijk belang is. Steeds meer psychologen zullen in hun werk te maken krijgen met ouderen. Dit Handboek ouderenpsychologie is een belangrijk instrument om een overzicht te krijgen van de huidige stand van zaken op dit gebied. In het boek staan drie maatschappelijke ontwikkelingen centraal die van invloed zijn op de ouderenpsychologie, namelijk continuïteit, pluriformisering en nadruk op autonomie. Deze drie thema's lopen als een rode draad door de diverse hoofdstukken van het boek. Het boek bestaat uit 6 delen, die het vakgebied vanuit verschillende invalshoeken belichten. Het eerste deel gaat in op een aantal levenslooptheorieën, waarna de psychologische, sociale en biologische aspecten van veroudering besproken worden. Een belangrijke boodschap komt hierbij naar voren: ook op oudere leeftijd zijn groei en ontwikkeling mogelijk. Het ouder worden wordt in onze maatschappij vaak ten onrechte geassocieerd met achteruitgang en aftakeling. In deel twee komen vier domeinen van het psychisch functioneren aan de orde. Er wordt ingegaan op veranderingen in emotie en stemming, cognitie, persoonlijkheid en gedrag. Hier wordt eveneens een positieve invalshoek benadrukt, namelijk de wijze waarop psychologen kunnen bijdragen aan het bevorderen van gezondheid en kwaliteit van leven van ouderen. Vervolgens worden ook mogelijke problemen binnen de genoemde domeinen besproken. Deel drie behandelt vijf thema's in levensloopperspectief, waaronder zingeving, seksualiteit en kwaliteit van leven, met aandacht voor de rol van de psycholoog binnen deze thema's. Het uitgebreidste deel van het boek betreft deel vier. Hierin komen maar liefst dertien verschillende psychologische interventies aan bod, hetgeen aangeeft dat er geen sprake meer kan zijn van therapeutisch nihilisme. Hoewel de hoofdstukken in deel vier overzichtelijk geschreven zijn, met aandacht voor casuïstiek en met kaderteksten ter verduidelijking, hadden ze meer een vast stramien mogen volgen. De hoofdstukken verschillen met name in de mate waarin er aandacht wordt besteed aan de wetenschappelijke evidentie van de interventie.In deel vijf wordt vervolgens een aantal groepen ouderen besproken die speciale aandacht verdienen in de zorg, zoals de oudere migranten. Ten slotte gaat het zesde deel in op een aantal competenties van de (ouderen)psycholoog, waarbij er aandacht is voor beroepsethiek, wetenschappelijke en didactische vaardigheden en multidisciplinair werken. Het handboek slaagt er zeker in een goede basis te bieden voor psychologen in de eerste plaats, maar ook voor andere disciplines die werken met ouderen. Bovendien is het boek een aanwinst voor de basisopleiding en het postdoctoraal onderwijs van psychologen.
M.E. de Vugt