Mentalization-Based Treatment for Borderline Personality Disorder. A Practical Guide
Uit onderzoek blijkt dat patiënten met een borderlinepersoonlijkheidsstoornis (bps) gebrekkig mentaliseren. Ze kunnen zich amper een voorstelling vormen van wat de ander denkt of voelt. Mentaliseren is een voorbewuste psychische activiteit die afhangt van tal van neurale circuits, meer bepaald van de middelste prefrontale hersengebieden. Mentaliseren is zowel een intuïtieve emotionele reactie als een psychische activiteit gericht op verbeelden. Dit verloopt bij patiënten met een borderlinepersoonlijkheidsstoornis moeizamer als gevolg van een onveilige hechting tijdens de vroege kinderjaren. Andere etiologische factoren zijn onder meer een voorgeschiedenis van psychisch trauma, een hyperactivatie van het hechtingssysteem en een hoog arousalniveau. Daarnaast zijn de bps-symptomen te begrijpen als een gevolg van het opduiken van primitieve ervaringsmodi, zoals de equivalentiemodus (innerlijke wereld en buitenwereld worden gelijkgesteld, wat het concreet denken verklaart), de 'alsof-modus'(innerlijke wereld en buitenwereld zijn ontkoppeld met dissociatieve fenomenen en pseudomentalisatie tot gevolg) en de teleologische modus (alleen wat men fysiek ziet of voelt, is werkelijk). Sinds kort heeft men ontdekt dat activatie van het hechtingssysteem het mentaliseren onderdrukt. De laatste jaren is onze kennis over de borderlinepersoonlijkheidsstoornis toegenomen: (1) De aandoening verloopt minder nefast dan werd gedacht. Na 6 jaar blijkt 75% van de patiënten met een borderlinepersoonlijkheidsstoornis niet meer aan de diagnose te beantwoorden! (2) Vooral de impulsiviteit verbetert, het affect en het sociaal functioneren minder; (3) Middelengebruik vermindert de kans op remissie; (4) Er zijn verschillende empirisch aangetoonde effectieve behandelingen (met randomized controlled trials), zoals mentalizationbased treatment van Bateman en Fonagy, dialectische gedragstherapie van Linehan e.a. en transference-focused psychotherapy van Clarkin e.a.; (5) Psychoanalytische dagbehandeling bij bps is effectief en kostenbesparend; en (6) Behandelingen die de hechting te sterk activeren, leiden tot iatrogene effecten. Dit komt in het boek allemaal uitvoerig aan bod. Daarnaast gaat het boek over praktische aspecten: Hoe bespreek je de diagnose bps? Waarom geen geschreven behandelcontracten? Hoe slaagt de patiënt erin de therapeut als een levendige, innerlijke aanwezigheid te behouden ook als deze afwezig is? Interessant is het hoofdstuk over de evaluatie van het mentaliseren. De therapeutische basishouding en de verschillende interventies worden systematisch beschreven en geïllustreerd aan de hand van talrijke voorbeelden. Het laatste hoofdstukje met veel gestelde vragen komt tegemoet aan de verwachtingen van de clinicus. Dit boek, een praktijkgids en goede aanvulling op hun vorige boek (Bateman & Fonagy 2004), veronderstelt wel een grondige voorkennis die van verpleegkundigen - voor wie het boek geschreven is - niet kan worden verwacht. Het is wel geschikt om in opleidingen te gebruiken onder supervisie van ervaren psychotherapeuten.
M. Hebbrecht