Buiten zichzelf. Persoonlijke verhalen van forensisch psychiatrische patiënten en de mensen om hen heen
Buiten zichzelf beschrijft persoonlijke gebeurtenissen uit de levens van forensisch psychiatrische patiënten, opgetekend ter markering van veertig jaar forensische psychiatrie in de Pompestichting te Nijmegen. Het boek probeert af te rekenen met een aantal vooroordelen en stigma's die er in en over de forensische psychiatrie circuleren en richt zich hiervoor vooral op een psychiatrisch niet-geschoold publiek. De auteur, onbekend op het terrein van de forensische psychiatrie, bekommert zich niet om de compleetheid of het waarheidsgehalte van de verhalen, die hij wel vanuit verschillende perspectieven (met toelichting van familieleden, behandelaars, sociotherapeuten) belicht. De zeven forensisch psychiatrische patiënten worden allemaal als beschadigde mensen beschreven, die op een bepaald moment 'buiten zichzelf' geraakt zijn. De gedragsdeskundigen benadrukken dan weer de kernopdracht van de terbeschikkingstelling (tbs): de risico-inschatting en het voorkomen van recidive. Of de beschreven personages echt representatief zijn voor de gemiddelde tbs-populatie is nog maar de vraag. De hoofdpersonages in dit boek lijken zorgvuldig geselecteerd; ze kunnen verrassend goed reflecteren en zijn verbaal erg sterk. Zoals Randall, die in een onvervalst hulpverleningsjargon praat ('Ik had een zwakke identiteit'; 'Ik denk dat zelfreflectie latent is en dus geactiveerd moet worden. Bij mij gebeurde dat door mijn detentie en behandeling'). Randall werd in een eerdere kliniek als psychopaat gediagnosticeerd maar krijgt in zijn huidige kliniek duidelijk veel meer krediet van zijn behandelaars: 'Mijn psychotherapeut, een man voor wie ik zeer veel respect heb, is van mening dat ik tijdelijk psychopaat ben geweest. Dat is het precies. Met die opvatting neemt hij in feite afstand van de gangbare theorieën, die zeggen dat dat per definitie onmogelijk is omdat psychopathie een onveranderlijke toestand zou zijn. Zijn visie laat zien dat er hoop is voor het klinisch oordeel.' Zijn behandelaar licht toe dat voorspellen inderdaad erg moeilijk wordt als een delict, zoals bij Randall, uit het niets lijkt te komen. Behandelaars hebben dan de neiging om extra voorzichtig te zijn en er kunnen ook verschillen in behandelperspectief ontstaan. Het is een ambitieus doel, de lezer milder te laten oordelen over psychisch gestoorde delinquenten die toch vaak als gewetenloze monsters worden afgeschilderd. Van de zeven mannen die in dit vlot leesbare boek opgevoerd worden, zal de niet-geschoolde lezer een duidelijk beeld krijgen, terwijl hem tegelijkertijd een kijkje gegund wordt in de interne keuken van een tbs-instelling. Of hiermee ook het beoogde doel bereikt is, valt nog te bezien.
I. Jeandarme