Leerboek Kinder- en Jeugdpsychiatrie
Dit boek is 'uit nood' geboren, zo legt de achterflap uit. Voor sommige opleidingen zijn bestaande teksten te uitgebreid dan wel te oppervlakkig, en met dit leerboek wordt een leemte gevuld. Of dat werkelijk zo is, zal dadelijk blijken. Het boek is in elk geval mooi uitgegeven, met aparte afbeeldingen die de hoofdstukken markeren en met de tekst in groene inkt gedrukt. Er wordt een toegankelijke taal gebruikt, waardoor het erg gemakkelijk leest. Het eerste hoofdstuk beschrijft uitgebreid en accuraat het diagnostische proces. Aansluitend zijn de hoofdstukken ingedeeld volgens een categoriale diagnostische classificatie: ontwikkelingsstoornissen, externaliserende en internaliserende stoornissen, psychiatrische stoornissen met lichamelijk lijden en overige. In elk hoofdstuk wordt een strakke onderverdeling gevolgd: diagnostische kenmerken, comorbiditeit, voorkomen, etiologie, differentiële diagnose en behandeling. Het belangrijkste voordeel van deze categoriale benadering met duidelijke substructuur is de volledigheid van de informatie. De lezer krijgt een helder overzicht van de beschreven aandoening, met veel wetenschappelijke achtergrond en voorbeelden. Het nadeel van deze benadering is dat de dimensionale aspecten en de ontwikkelingsaspecten grotendeels verloren gaan. Een integratie met inhoudelijke aspecten van een andere boek van deze auteur, De ontwikkeling van het kind (Verhulst 2005), zou meer recht doen aan de complexiteit van zich ontwikkelende psychopathologie. Het boek vult als Nederlandstalig basiswerk in de kinder- en jeugdpsychiatrie ongetwijfeld een leemte. Dit geldt duidelijk voor de sectie kinderpsychiatrie, maar vraagt enige nuancering wat betreft de jeugdpsychiatrie. In zijn inleiding schrijft de auteur dat de 'grote' psychiatrische beelden in de kinderleeftijd en adolescentie besproken worden, met uitzondering van psychose en verslaving, die in leerboeken voor volwassenenpsychiatrie aan bod komen. In dit leerboek wordt psychose echter vaak vermeld bij de differentiële diagnose, zonder meer. Het lijkt mij niet overbodig dat in een leerboek jeugdpsychiatrie psychotische stoornissen uitgebreider aan bod komen, gezien de evidentie in de literatuur voor lange prodromale fasen en het belang van vroege herkenning en interventies. Daarnaast komen persoonlijkheidsstoornissen in het boek niet voor, terwijl vanuit onderzoek bekend is dat ze bij adolescenten even vaak voorkomen als bij volwassenen, met een vergelijkbaar patroon van comorbiditeit. Kortom, het boek is uitermate geschikt als naslagwerk voor studenten en professionals in de kinderpsychiatrie, maar wie met adolescenten werkt, heeft nog wat ander leeswerk te doen.
K.C.E.E.R. Catthoor