Startleresponsen van patiënten met schizofrenie tijdens het bekijken van emotionele plaatjes
achtergrond Van patiënten met schizofrenie is bekend dat zij moeite hebben met emotionele informatieverwerking. Minder bekend is informatie over de snelheid waarmee patiënten met schizofrenie emotionele stimuli verwerken.
doel Onderzocht werd of patiënten op verschillende tijdstippen hetzelfde patroon van automatische startlereflexen vertoonden tijdens het bekijken van emotieopwekkende plaatjes vergeleken met gezonde controlepersonen.
methode Aan 56 controlepersonen en 44 patiënten met schizofrenie werden 48 emotieopwekkende plaatjes aangeboden (negatief, neutraal, positief). Tijdens het bekijken van elk plaatje werd een akoestische startlestimulus (50 milliseconden, 100 decibel) aangeboden, 300, 800, 1.300, 3.800 miliseconden na aanvang van het plaatje. De elektromyografische activiteit van de m. orbicularis oculi werd continu gemeten; hieruit werd de grootte van de oogknipreflex bepaald.
resultaten Patiënten vertoonden op alle tijdstippen kleinere startleresponsen dan controlepersonen. Op 800 milliseconde en 1.300 milliseconde leidden de positieve plaatjes in beide groepen tot kleinere startleresponsen dan de negatieve en neutrale plaatjes. Op 3.800 milliseconde vertoonden de controlepersonen kleinere startle- responsen op positieve dan op neutrale plaatjes, terwijl de patiënten het omgekeerde patroon vertoonden.
conclusie De kleinere startleresponsen van de patiënten zouden veroorzaakt kunnen worden door een verminderde hoeveelheid beschikbare aandacht voor de startlestimulus. Echter, de patiënten en controlepersonen vertoonden vergelijkbare patronen van hun startleresponsen, wat wijst op een vergelijkbare snelheid van emotionele informatieverwerking.