Nonverbal Learning Disabilities. A Clinical Perspective
Over de non-verbale leerstoornis (Nonverbal Learning Disability, nld) bestaan binnen de psychologie en kinderpsychiatrie veel controversen. Is het wel een leerstoornis? Hoe is de overlap met het aspergersyndroom? Wat heeft rechterhemisfeerdisfunctie nu echt met dit syndroom te maken? Het is de verdienste van Joseph Palombo dat hij op een erudiete en beschouwende wijze het begrip nld ontrafelt en in de huidige stand van inzicht probeert te plaatsen. Palombo werkt als Clinical Social Worker en is medeoprichter van het Institute for Clinical Social Work van het Rush Neurobehavioral Center in de Verenigde Staten. Hij schreef eerder onder meer artikelen over behandeling van kinderen met een borderline persoonlijkheidsstoornis en een boek over leerstoornissen en stoornissen van het zelf (Palombo 2001). Het boek bestaat uit vier delen: het nld-syndroom wordt behandeld vanuit respectievelijk gedragsneurologisch, sociaal en intrapersoonlijk perspectief en tot slot wordt de behandeling van het syndroom besproken. Palombo pleit voor een zorgvuldige integratie van de drie gezichtspunten als we werken met kinderen en adolescenten. Hij bouwt deze integratie stapsgewijs op, waardoor er een helder beeld ontstaat van het scala aan problemen die kinderen met nld kunnen ervaren. De kracht van het boek zit in de vele klinische vignetten en het haast speels behandelen van theoretische en fenomenologische aspecten als rechterhemisfeerfuncties, prosodie, pragmatische aspecten van taal en visuospatiële problemen, dit alles gekoppeld aan relevante literatuur. Palombo beschrijft nld als een primaire hersendisfunctie die de basis vormt voor problemen op het gebied van de perceptie, de pragmatische aspecten van taal, aandachtsconcentratie en executieve functies. Disfuncties op bovengenoemde terreinen zetten sociale wisselwerkingen in gang en zijn mede vormend voor het zelfbeeld en de identiteit. Palombo beschrijft vier subtypes van nld in oplopende graad van problemen op het gebied van sociale cognitie. Het werk van de groep rond Rourke is bron en onderwerp van kritische reflectie (Rourke 1995). Overlap in symptomatologie met het aspergersyndroom komt aan de orde, waarbij de ernst en omvang van de problematiek bij het aspergersyndroom vooral op het gebied van de contactproblemen als een verschil worden gezien. Het deel over de behandeling is sterk gekleurd door het psychoanalytisch denkkader van de schrijver en is gericht op individuele therapie. Het belang van informatie wordt genoemd en het begeleiden van de ouders ook, maar slechts spaarzaam uitgewerkt. Veel vragen blijven onbeantwoord en alleen het koppelen van onderzoeksgegevens uit de drie deelterreinen zullen in de toekomst echt helderheid kunnen geven. Samenvattend geeft dit boek een uitstekend overzicht over de non-verbale leerstoornis vanuit een integrale klinische visie en de individuele behandeling vanuit het psychodynamisch referentiekader.
P. Erkelens