The ECT Handbook. The Third Report of the Royal College of Psychiatrists' Special Committee on ECT (2de editie)
Dit handboek is de tweede editie van de Britse richtlijnen voor de praktijk van elektroconvulsietherapie (ect). Deze editie is uitgebreider dan de eerste (Royal College of Psychiatrists 1995) en biedt meer wetenschappelijke achtergrondinformatie. Het boek begint met een kritische bespreking van de veel becommentarieerde richtlijnen van het National Institute for Clinical Excellence (nice; National Institute of Clinical Excellence 2003), die het gebruik van ect op grond van gebrek aan wetenschappelijke bewijzen beperken tot het kortdurend behandelen van ernstige en therapieresistente of levensbedreigende depressieve, katatone of langdurige manische toestandsbeelden. De auteurs benadrukken terecht het feit dat de strikte nice-richtlijn de clinicus niet ontslaat van zijn of haar verantwoordelijkheid om in elk individueel geval te beslissen wanneer ect aangewezen is, ook al is deze beslissing niet in overeenstemming met de nice-richtlijn. In dit boek wordt een overzicht geboden van de huidige stand van zaken met betrekking tot de praktijk van ect en wordt getracht richtlijnen te formuleren die deze praktijk moeten standaardiseren. Ook al is de kwaliteit van de hoofdstukken doorgaans goed, toch zijn er enkele belangrijke minpunten. De verschillende hoofdstukken zijn weinig uniform, zowel wat de vorm als de hoeveelheid wetenschappelijke informatie betreft, vermoedelijk als gevolg van het feit dat 27 auteurs hebben meegewerkt aan 20 hoofdstukken. Sommige hoofdstukken bieden een volledig overzicht van de literatuur. De beste hoofdstukken zijn systematische overzichten en meta-analyses over 'de medicamenteuze nabehandeling na ect', en over 'het gebruik van psychofarmaca tijdens ect voor depressie'. Zij vullen een leemte in de bestaande literatuur. In deze hoofdstukken ontbreken echter de richtlijnen waarop de lezer wacht. Andere hoofdstukken blijven dan weer erg oppervlakkig in hun bespreking van klinisch belangrijke onderwerpen. Zo worden de bijwerkingen van ect op amper 4 bladzijden besproken - slechts anderhalve bladzijde over cognitieve bijwerkingen - terwijl aan minder belangrijke onderwerpen zoals 'ect bij patiënten met leerstoornissen' liefst 10 bladzijden worden gewijd. Ook de richtlijnen worden niet op een uniforme manier geformuleerd en gepresenteerd, zijn zelfs niet bij elk hoofdstuk aanwezig, en laten soms enige verwarring bestaan. Ook al is dit boek een onmisbaar document voor de ect-psychiater, het heeft toch heel wat nadelen, en voldoet niet helemaal aan wat van een handboek verwacht mag worden, noch aan wat van een richtlijn verwacht mag worden. Een voordeelis dat de geïnteresseerde lezer het boek niet eens hoeft te kopen, aangezien het online beschikbaar is via de website van het Royal College of Psychiatrists (http://www.rcpsych.ac.uk/files/ pdfversion/cr128.pdf). Bedenk wel dat een stapeltje papier minder aantrekkelijk oogt op de boekenplank
P. Sienaert