Community Treatment of Eating Disorders
Het Royal Free Hospital in Londen had al vele jaren een speciale afdeling voor de klinische behandeling van eetstoornissen. In 1997 kreeg de coördinator, de psychiater Paul Robinson, de kans om het voorziene jaarlijkse budget (2000.000 pond) op een andere manier te besteden. Met zijn team besloot hij af te stappen van de residentiële behandeling en de voorziene bedden te vervangen door een programma van community treatment voor een regio van bijna 1 miljoen inwoners. Dit betreft een vooral ambulante aanpak met een grote diversiteit aan mogelijke interventies (ook outreaching). Een dagklinische aanpak blijft mogelijk en een opname wordt beperkt tot crisisinterventie (bij dringende medische of psychiatrische problematiek), terwijl voor een restgroep de klinische behandeling in een gespecialiseerde kliniek een laatste uitweg betekent. Robinson beschrijft in dit boek zowel de verschillende componenten van de nieuwe aanpak als de stappen tot het opzetten van het programma. Hij doet dit met veel oog voor de praktijk, wijst herhaaldelijk op mogelijke problemen en geeft concrete tips zodat het boek ook een how-to-do-karakter krijgt. Hier is een ervaren clinicus aan het woord met veel zin voor realisme en pragmatisme. Het geheel is natuurlijk gekleurd door zijn persoonlijke visie en de mogelijkheden en beperkingen van het Britse systeem van gezondheidszorg. De auteur legt daarbij enkele onevenwichtige accenten. Zo belicht hij uitvoerig de gezinstherapie, maar blijft hij erg algemeen bij de beschrijving van de individuele behandelelementen. Compleet misplaatst is de uitweiding over chaostheorie, waar Robinson enthousiast over is, maar wat geen concrete aansluiting vindt bij de rest. Even selectief en chauvinistisch is de summiere literatuurlijst. De auteur verspringt herhaaldelijk van algemene praktische beschouwingen naar persoonlijke commentaren. Dat leidt tot een onevenwichtige opbouw, met te los van elkaar staande hoofdstukken waarin vele herhalingen en overlappingen voorkomen en de rode draad vaak zoek is. Ook krijg je met moeite een duidelijk overzicht van de resultaten van de community treatment, omdat de cijfergegevens versnipperd door het hele boek heen staan. Daartegenover staat een schat aan praktische overwegingen en concrete adviezen, op een vlotte en voor een breed publiek begrijpelijke wijze uiteengezet, met wat droge Engelse humor als smaakmaker tussendoor. Hulpverleners die met deze groep patiënten te maken hebben, zullen in dit boek veel bruikbaars vinden, ongeacht de setting waarin ze werken. Robinson daagt met name de gespecialiseerde klinische behandeling van eetstoornissen uit. Zijn experiment is een aansporing om de bekende paden te verlaten en creatief maar verantwoord om te springen met budgetten van de gangbare gezondheidszorg.
W. Vandereycken