Integrated Treatment for Dual Disorders. A Guide to Effective Practice
Dit boek geeft een uitgebreid overzicht van de behandeling van dubbeldiagnosepatiënten vanuit de visie van de groep uit New Hampshire die al twee decennia lang aan de weg timmert met onderzoek op dit terrein. In deel I wordt de filosofie van deze groep uiteengezet. De auteurs beschouwen de psychiatrie en de verslaving als twee primaire stoornissen die elkaar beïnvloeden. Na een historische beschouwing waarom zowel een sequentiële als een parallelle behandeling tekortschieten, pleiten de auteurs voor een geïntegreerde aanpak. Deel II behandelt assessments die gebruikt kunnen worden voor classificatie en kwantificatie van de ernst van de stoornissen. Met behulp van deze assessments wordt gepleit voor het opstellen van een functionele analyse. Alle genoemde meetinstrumenten zijn integraal te vinden in de appendices achter in het boek, samen met door de auteurs gebruikte patiëntenbrochures; dit is bijzonder handig. Daarop volgt een uitgebreide beschrijving van alle behandelingsstrategieën. Deel III behandelt de individuele behandeling, achtereenvolgens casemanagement, het motivationele interview en de cognitief-gedragsmatige counseling. Bij de bespreking van casemanagement worden vier fasen van behandeling onderscheiden, in het Engels: engagement, persuasion, active treatment, relapse prevention. Ieder stadium kent zijn eigen strategieën en deze indeling is een leidraad voor het gehele boek. Deel IV behandelt groepsinterventies, inclusief de zelfhulpgroepen. In de vs blijken naast de bekende Alcoholics Anonymous (aa) en de Narcotics Anonymous (na) nu ook de zogenaamde Dual Recovery Anonymous (dra) te bestaan. Deel V behandelt gezinsinterventies, zowel met individuele gezinnen als met meerdere gezinnen tegelijk, de zogenaamde multiple family groups waar de patiënt zoveel mogelijk bij de sessies aanwezig is. Een Nederlandse interventie zoals 'interactievaardigheden', gericht op de ouders alléén komt in het boek niet voor. Deel VI behandelt andere strategieën, zoals huisvesting, toepassing van dwang, trajectbegeleiding en farmacotherapie. Deel VII sluit het boek af met het wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit, dat vooral door de auteurs zelf en door enkele anderen (onder wie Barrowclough in Engeland) is uitgevoerd. Veel meer onderzoek is nodig, maar helaas zijn de initiatieven beperkt in deze tijd waar het accent van onderzoek bij genetica en beeldvorming ligt. Dan volgt een epiloog waarin nog eens wordt benadrukt dat het werken met deze patiëntengroep kleine successen en vele tegenslagen kent en een lange adem vereist. Voor wie deze weg wil gaan is dit een onmisbaar boek. Het is door zijn omvang niet geschikt om integraal te lezen, dat doet alleen een recensent. Gelukkig geven de auteurs in de inleiding een selectie van negen hoofdstukken, waarvan het lezen er in ieder geval voor zorgt dat de hoofdlijnen bekend zijn. De rest fungeert dan als naslagwerk.
I.P.M. Keet