Weg van professionalisering. Paradoxale bewegingen in de geestelijke gezondheidszorg
Achter de intrigerende titel van dit werk gaat een drieluik van beschouwingen schuil over professionalisering in de geestelijke gezondheidszorg van Nederland. De drie delen hebben respectievelijk betrekking op het (dis)functioneren van het traditionele professieparadigma, op nieuwe (en betere) wegen tot professionalisering en op het door de auteurs voorgestelde model van de getrapte zorg als organisatiemodel voor de geestelijke gezondheidszorg van morgen. De conclusies van de drie delen zijn lapidair geformuleerd, in termen van variaties op de titel: weg met professionalisering, weg tot professionalisering, weg der professionalisering. In deel I betogen de auteurs dat het traditionele professieparadigma in de geestelijke gezondheidszorg steunt op de gedachte dat problemen het beste kunnen worden opgelost door degenen die daar het meeste verstand van hebben. Gaandeweg ontstond een groep van professionals die zich niet alleen inspanden voor het belang van hun clientèle, maar evenzeer voor dat van de eigen beroepsgroep. De oplossing voor de nadelen van de gerichtheid op de eigen beroepsgroep werd gezocht in het interventieparadigma: verbetering van de samenwerking tussen de diverse professionals door invoering van onder meer geïntegreerde zorg, zorgprogramma's en richtlijnen. Dat de professionals zich op alle mogelijke manieren te weer stelden tegen de daarmee gepaard gaande bureaucratie, zal geen verbazing wekken. Volgens de auteurs heeft de traditionele professionalisering in de geestelijke gezondheidszorg per saldo dan ook zijn tijd gehad. In deel II wijzen de auteurs op nieuwe wegen tot professionalisering onder het motto: van klacht naar kracht. Zij pleiten voor een vorm van behandeling die aansluit bij de wijze waarop de behandelden hun ziekteverhaal vertellen en die hen vervolgens laat zien dat dit verhaal ook op een andere manier verteld kan worden. Empowerment is hier het motto, een benadering die de cliënt weer tot probleemeigenaar maakt, tot actor in zijn eigen verhaal. In deel III wordt een, uit vijf stappen opgebouwd, zorgmodel geïntroduceerd dat gebaseerd is op de geijkte principes van evidence-based werken, empowerment, spaarzaamheid en monitoring en dat volgens de auteurs de voordelen van het professie- en interventiedenken samenbrengt. De implementatie daarvan zal grote consequenties hebben voor de zorgorganisatie: 'Bestaande modellen voor zorgtoewijzing moeten op de schop en er dient veel strikter onderscheid gemaakt te worden tussen de zorg per trap […] Getrapte zorg betekent dat het verlenen van geestelijke gezondheidszorg niet beperkt blijft tot professionals die daar speciaal voor gestudeerd hebben, maar dat de zorg uitgroeit tot een geïntegreerde community mental health care benadering. Uiteindelijk staat getrapte zorg voor verschil maken, zowel tussen de verschillende focussen, als tussen de verschillende disciplines en uiteindelijk tussen de verschillende bijdragen van de informele, generalistische en specialistische zorg.' Deze dik uitgevallen brochure is eigenlijk een samenvatting van de ideeën die de auteurs de afgelopen jaren hebben ingebracht in de landelijke discussie over professionalisering en bevat dan ook weinig nieuws. Vlot en met gevoel voor woordspel geschreven, heeft het betoog de charme van de eenvoud. Daarmee is tegelijk de zwakte ervan genoemd. De gehanteerde concepten, zoals geestelijke gezondheidszorg, zijn zo vaag en multi-interpretabel, dat eenieder ze naar eigen believen kan inkleuren. In de ogen van de auteurs is geestelijke gezondheidszorg kennelijk niet veel meer dan het coachen van mensen met niet nader genoemde problemen. Wie die schoen past, trekke hem aan.
P.P.G. Hodiamont