Voor de geest staan. Zorg voor zingeving als taak van de geestelijke gezondheidzorg
In dit boekje zijn zeven teksten verzameld van Guus van Loenen over de zorg voor zingeving in de ggz. Van Loenen is hoofd van de dienst geestelijke verzorging van de ggz Noord- en Midden-Limburg (Nederland). De auteur begint zijn boekje met de vraag hoe het komt dat de term 'geestelijke gezondheidszorg' nog steeds gehanteerd wordt en niet reeds lang vervangen is door de term 'psychische gezondheidszorg'. Waar voor sommigen de termen 'psychisch' en 'geestelijk' synoniemen zijn, maken anderen een onderscheid tussen deze begrippen. Geestelijk onderscheidt zich van psychisch niet zozeer door een ander thema, maar eerder door het innemen van een ander perspectief. Bij het geestelijke gaat het om een zich terugbuigen over de eigen ervaring en het expliciet zoeken naar de betekenis en de zin daarvan. Voor Van Loenen is de zorg voor zingeving geen detail in het psychiatrische bedrijf, maar een essentiële dimensie. Techniek in de geestelijke gezondheidszorg, gegroeid uit het natuurwetenschappelijke denken, streeft naar het beheersen van psychische stoornissen. Deze technische benadering heeft geleid tot belangrijke successen en heeft veel menselijk leed weggenomen. Techniek in de geestelijke gezondheidszorg dreigt echter te evolueren tot technocratie. Psychiatrische hulp enkel als techniek opgevat loopt het gevaar de vervreemding die ze juist beoogt op te heffen, nog te vergroten, aldus Van Loenen. Wie denkt dat dit een boekje bestemd is voor pastors of geestelijke verzorgers heeft het mis. Met z'n allen hebben we te waken over de humaniteit van de psychiatrie, waarin niet alleen het objectiveerbare en het beheersbare in de mens een plaats krijgen, maar ook de mens in zijn subjectieve aspecten. Dit boekje, vooral de eerste vijf teksten, heeft mij sterk geraakt door zijn vele scherpe en stimulerende reflecties, die te denken geven over ons doen en evenzeer over ons laten bij onze hulpverlening aan de psychiatrische patiënt, die toch een mens is en niet gereduceerd kan worden tot een stel te behandelen hersenen. Kortom: dit kleine boekje is naar mijn oordeel een groot werk, meer dan waard om aandachtig gelezen te worden. Het is bovendien geschreven in een heldere en sierlijke stijl.
M. Eneman