Prevention and treatment of suicidal behaviour. From science to practice
Dit boek, onder redactie van de in de suïcideresearch bekende auteur Hawton bestaat uit twintig hoofdstukken waarin steeds geprobeerd wordt vanuit onderzoeksgegevens over suïcide en suïcidaal gedrag strategieën voor preventie en behandeling te formuleren. Een groot deel van de hoofdstukken betreft epidemiologische onderzoeken. Daarnaast zijn er onder meer hoofdstukken over de psychologie van suïcidaal gedrag, de psychobiologische en genetische aspecten, en de relatie tussen trauma en suïcide. Suïcide representeert een omvangrijk probleem, men schat dat per jaar één miljoen mensen in de wereld hierdoor sterven. In de laatste dertig jaar ziet men in veel landen een toename van suïcides onder jongeren, vooral mannen. Suïcidepogingen en zelfbeschadigend gedrag zijn een van de sterkste voorspellers voor een uiteindelijke suïcide. Preventieprogramma's richten zich daarom vooral op dit gedrag door te proberen het vermogen te vergroten om psychosociale en interpersoonlijke problemen op te lossen. In een hoofdstuk van de hand van Gunnell wordt ingegaan op het effect van de beschikbaarheid van methodes voor suïcides. Zo wordt een sterke afname van het aantal suïcides in Groot- Brittannië vanaf de jaren zestig verklaard door het overstappen op huishoudgas dat geen koolmonoxide meer bevatte. Een tegengesteld effect zag men in Samoa waar het aantal suïcides met een factor drie toenam na de import van pesticiden. Deze bevindingen gaan in tegen het idee dat het geen zin heeft om toegang tot suïcidemiddelen te bemoeilijken omdat iemand altijd wel een manier kan vinden om zich te suïcideren. Bij veel mensen treden suïcidale impulsen op in een context van kortdurende acute emotionele stress. Wanneer een methode voor suïcide niet makkelijk voorhanden is, komt er van uitstel afstel. In Nederland speelt in dit verband de discussie of er hekken langs de spoorrails dienen te komen. In meerdere hoofdstukken komt de sterke relatie tussen psychiatrische stoornissen en suïcide aan bod waarbij vaak het grootste risico optreedt in het begin van de stoornis (met name bij schizofrenie en affectieve stoornissen). Diverse malen wordt gewezen op het sterk verhoogde risico kort na ontslag uit een kliniek. Het boek sluit af met hoofdstukken over de invloed van de verslaglegging van suïcides in de media, suïcide in de gevangenis, de inzet van vrijwilligers bij de preventie van suïcide, en over de nabestaanden. Dit boek is rijk aan allerlei gegevens over suïcide en suïcidaal gedrag. Zoals meestal met literatuur over suïcide is een vertaling van de onderzoeksgegevens naar de klinische praktijk vaak lastig. Toch geeft dit boek ook de clinicus enige handreikingen. Het boek wordt ontsierd door de vele overlappingen. Van de redacteur, die zelf aan vijf hoofdstukken heeft meegeschreven, had in deze meer discipline mogen worden verlangd.
J.W. Hummelen