DC: 0-3. Diagnostische classificatie van psychische en ontwikkelingsstoornissen bij infants
Wij hebben er nagenoeg tien jaar moeten op wachten, maar nu is er eindelijk de Nederlandse vertaling van het multiaxiale en specifieke classificatiesysteem voor infants, Zero to Three. In 1994 verscheen de Zero to Three's Diagnostic Classification of Mental Health and Developmental Disorders of Infancy and Early Childhood, ook wel 'dc: 0-3' genoemd, onder de verantwoordelijkheid van de werkgroep Zero to Three: National Center for Infants,Toddlers and their Families. Het is het eerste diagnostische classificatiesysteem van psychopathologie voor gebruik bij jonge kinderen. Het systeem werd ontworpen als een aanvulling op de dsm-iv. Het is immers overduidelijk gebleken dat, hoewel een aantal categorieën van de dsm bij kinderen gediagnosticeerd kunnen worden, de criteria ervoor onvoldoende onderzocht en aangepast zijn voor jonge kinderen. Er zijn belangrijke verschillen met de dsm. De dc: 0-3 is een instrument voor de organisatie van observatie, diagnostiek en behandeling. Het systeem helpt zowel vaardigheden als handicaps in kaart te brengen. Het is een belangrijk instrument voor communicatie, educatie en onderzoek inzake psychopathologie bij jonge kinderen. Het richt zich op het functioneren in ontwikkelingsperspectief én op de relatie met de verzorgers. Om te classificeren moet worden nagegaan welke ontwikkelingsprocessen bij de symptomatologie betrokken zijn, wat de bijdrage is van constitutionele factoren en rijpingsfactoren en wat de invloed is van omgevingsfactoren, in het bijzonder van de interactie met primaire verzorgers. In tegenstelling tot de dsm is de dc:0-3 typologisch en niet algoritmisch van aard. Bovendien is er een hiërarchische opbouw die voortvloeit uit verschillende theorieën over de ontwikkeling van symptomen en psychopathologie en de bijbehorende prognose. De dc:0-3 is ook een leidraad voor zorg en behandeling. Zo krijgen de posttraumatische stoornissen en regulatiestoornissen voorrang op andere stoornissen. Op as 1 vindt men de vroege presentatie van op oudere leeftijd bekende syndromen en de voor de jonge leeftijd specifieke ontwikkelingsproblemen en stoornissen. Bovendien zijn er twee, eerder experimentele categorieën opgenomen: de regulatiestoornissen en de multisysteem-ontwikkelingsstoornissen. De regulatiestoornissen zijn de stoornissen in de prikkelverwerking en in de regulatie van fysiologie, emotie en gedrag. De multisysteem- ontwikkelingsstoornissen zijn de stoornissen in relatievorming en communicatie. Ze zijn nauw verwant met de autismespectrumstoornissen, maar de symptomen zijn minder ernstig en worden als secundair beschouwd aan problemen in regulatie en prikkelverwerking. Voor de (veel, wellicht te veel, gebruikte) dsm-categorie 'reactieve hechtingsstoornis' verschaft de dc:0-3 nog geen duidelijke criteria: omgevingsrisico's worden uitvoerig beschreven, maar niet de kenmerken van hechtingsgedrag van het kind. Vooral in de eerste levensjaren zullen problemen en stoornissen bij het kind doorgaans samengaan met problematische interacties met de primaire verzorgers en omgekeerd. De ouder- kindinteractie is dan ook mede focus van diagnostiek en interventies. Op as ii kunnen deze in beeld gebracht worden. Er is tevens een - intussen valide gebleken - beoordelingsschaal voor de ouderkindrelatie. As iii dient, behalve voor de classificatie van somatische aandoeningen, ook voor ontwikkelingsdiagnoses uit andere classificatiesystemen. As iv dient voor de classificatie van de impact van stressfactoren. As V ten slotte is geschikt voor de beoordeling van het affectieve-cognitieve functioneringsniveau. Momenteel is, op basis van het onderzoek dat dankzij de dc:0-3 op gang is gekomen, een belangrijke revisie in voorbereiding. Er zal vooral voorzien worden in een aantal aanvullingen, zoals stoornissen in hechting, voeding en slapen. Vermoedelijk komt er ook een zogenaamde 'familale' zesde as waarin de familieanamnese, draagkracht en culturele aspecten opgenomen zullen worden. De dc:0-3 is een zeer belangrijke aanwinst voor de professionele zorg en behandeling van jonge kinderen. Het instrument is ontwikkeld op basis van de diverse theorieën inzake ontwikkeling en ontwikkelingspsychopathologie. Het is een onontbeerlijk instrument in het psychopathologieonderzoek bij jonge kinderen. De dc:0-3 is een must in de kinder- en jeugdpsychiatrie.
D. Deboutte