Clinical Handbook of Psychotropic Drugs (14de editie)
Dit boek, eigenlijk een losbladige uitgave, bijeengehouden door een spiraal, is voor het eerst uitgegeven in 1990. In 2004 verscheen de 14de editie. De uitgaven worden jaarlijks geactualiseerd. Daarnaast bestaat een losbladig systeem waarop u zich kunt abonneren. De bladen zijn dan gevat in een 3-ringsband en in juni, september, december en maart ontvangt u een geactualiseerde aanvulling voor ongeveer € 60,- per jaar. Het boek bevat een schat aan informatie, die zeer compact wordt weergegeven. Het heeft daarmee een encyclopedisch karakter en vraagt van de lezer de nodige kennis om de gegeven informatie te plaatsen en te waarderen. Zo begint het hoofdstuk over augmentatiestrategieën bij depressies meteen met de risicovolle combinatie van een klassieke mono-amino-oxidaseremmer en een tricyclisch antidepressivum. Een ervaren behandelaar zal zich nog wel eens bedenken of hij het moment gekomen acht om deze combinatie toe te passen. Het feit dat deze combinatie als eerste genoemd wordt, wekt verwarring. Het boek neemt de psychotrope geneesmiddelen als uitgangspunt en beschrijft steeds bondig en vanuit dezelfde systematiek classificaties, eigenschappen en receptoraffiniteiten. Het 'handboek' wordt 'klinisch' genoemd. In sommige opzichten klopt dit, maar in andere opzichten zeker niet. Het is 'klinisch' omdat het praktisch is: het geeft de interacties van de geneesmiddelen goed weer en daar waar er bijwerkingen ter sprake komen die wat minder bekend zijn, bijvoorbeeld tandenknarsen, wordt meteen het middel aangegeven waarmee dat eventueel bestreden kan worden, met de dosering erbij. Het boek is niet 'klinisch', omdat u er bijvoorbeeld niet in terug kunt vinden hoe u een veelvoorkomende groep van aandoeningen, zoals de angststoornissen, moet behandelen. Dat komt omdat het boek in eerste instantie opgezet is aan de hand van vier groepen geneesmiddelen: antidepressiva, antipsychotica, anxiolytica en stemmingsstabilisatoren. Daarna worden er een aantal syndromen genoemd en hun behandelingen beschreven. Allereerst de aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit, vervolgens dementie, parafilie, verslaving, en ten slotte een hoofdstuk over nieuwe behandelingen van psychiatrische stoornissen met middelen die nog niet geregistreerd zijn voor dat doel. Het boek eindigt met een hoofdstuk over zogenaamde natuurlijke en plantaardige producten. Het boek is ook niet 'klinisch' in die zin, dat het feitelijke informatie weergeeft zonder de interpretatie ervan. En juist dát, het wegen van de waarde van een behandeling, van de plaats van een behandeling en dergelijke, dat doet een clinicus. De feiten worden niet voorzien van referenties, wel van enige evidentie. Er wordt aangegeven of deze informatie afkomstig is van open of van gecontroleerde onderzoeken. Op het einde van het boek geeft men allerlei suggesties voor verder lezen. Zoals gezegd wordt het boek jaarlijks geactualiseerd. Zo is er vergeleken met 2001 een andere indeling van de antipsychotica en is het boek uitgebreid met een sectie waarin patiënteninformatie betreffende 29 geneesmiddelen te vinden is. Voorts is het boek aangevuld met een sectie over - naast de elektroconvulsieve therapie, die al bestond -bright light therapy en repetitieve transcraniële magnetische stimulatie. Voor de ervaren clinicus die de gegeven informatie kan interpreteren is dit een bruikbaar boek, al vind ik de jaarlijkse actualisering te frequent. Wie zo eens in de drie à vier jaar zijn exemplaar vernieuwt, mist niet al te veel.
H.J. Pot