Meer kleur in de jeugd-GGZ
Een kleurrijke bijdrage - dat kan van dit boek zeker worden gezegd. En prikkelend, want de problematiek van de 'allochtone cliënt' heeft reeds velen beroerd. Problematiek, inderdaad, want omwille van 'problemen' consulteren patiënten de ggz, maar ook problematiek omdat er maar weinig expertise bestaat in het omgaan met cliënten uit andere 'culturen'. De onmiskenbare meerwaarde van dergelijke bijdrages is het bespreekbaar maken van de problematiek en het bewust maken van de praktijkbeoefenaars van knelpunten terzake. Tegelijkertijd stelt dit manuscript zeer teleur, omdat structuur mist, omdat vele hoofdstukken sterk overlappen, omdat de gepresenteerde succesbehandelingen weinig overtuigend overkomen, en omdat er vaak een gedegen onderbouwing ontbreekt. Meer kleur bij het personeel wordt bijvoorbeeld verward met betere hulp aan allochtone cliënten. Terecht wordt uiteraard een pleidooi gehouden voor meer diversiteit bij het personeel, een stelling die voor de meeste sectoren van het bedrijfsleven geldt. Tegelijkertijd kan men zich afvragen of diversiteit bij de hulpverleners garant staat voor het oplossen van de problemen. Daarenboven zijn er tal van knelpunten: moet het kleurenpallet bij het personeel gelijk zijn aan dat van de zeer divers gekleurde clientèle (gelijke representatie van alle subculturen), en kunnen er voldoende gedegen allochtone professionals gevonden worden om de gehele ggz gelijk te maken aan de clientèle? Allochtone (kinder)psychiaters zijn in ieder geval dun gezaaid. Daarnaast wordt bijna exclusief nadruk gelegd op te leveren inspanningen door het ggzpersoneel, met de suggestie dat het vooral ontbreekt aan bereidheid hiertoe. Hoewel niet ontkend kan worden at een rigide instelling van het ggz-personeel vaak een belemmering vormt, lijkt het veel te eenvoudig om te stellen dat louter weet hebben van, en oog hebben voor culturele verschillen succes garandeert, zoals met de succescasuïstiek wordt gesuggereerd. Daarenboven ontbreken in het boek bijdrages die zich richten op de allochtoon. Voorlichting en educatie kunnen er immers tevens toe bijdragen dat mensen uit andere culturen leren begrijpen hoe de ggz in zijn werk gaat. Deze aanmerkingen doen niet af aan de doelstelling van het boek, namelijk de bewustwording van de problematiek, een grote noodzaak. In die zin is het boek zeker waardevol, vooral voor hulpverleners die regelmatig met personen uit andere culturen te maken krijgen.
R.R.J.M. Vermeiren