Biting the hand that starves you. Inspiring resistance to anorexia/bulimia
De auteurs (respectievelijk psycholoog, gezinstherapeut en ervaringsdeskundige) willen allereerst de 'stem' laten klinken van personen die met een eetstoornis worstelen. Geïnspireerd door de narratieve therapie (in het bijzonder de visie van de Australische gezinstherapeut Michael White) wordt het 'verhaal' van de betrokkenen zelf centraal gesteld. Dagboekfragmenten, gedichten en commentaren over hun strijd met anorexie/boulimie vormen niet alleen de rode draad in het boek, maar leveren ook de onmisbare therapiestof. De belangrijkste kennis over - en 'tegen' - de eetstoornis is de insider knowledge. Er is bewust geen sprake van patiënten maar van 'slachtoffers' van a/b. Deze afkorting van anorexie/boulimie wordt meteen door de auteurs geïntroduceerd en krijgt een heel apart karakter in de tekst, want al snel wordt het duidelijk: a/b is de vijand die bestreden moet worden. Er worden voortdurend gevechtsmetaforen gebruikt; vandaar ook de titel die verwijst naar 'weerstand bieden'. Als dit je lukt word je een antia/ b veteran … Degenen die meevechten - vrienden, ouders, hulpverleners - krijgen dan ook de titel 'anti-a/b-bondgenoot', enzovoorts. De lezer heeft het intussen al begrepen, dit hele woordgebruik ging mij snel mateloos irriteren, temeer omdat het geheel overgoten is met een melodramatische saus. Dit blijkt niet alleen uit de titel van het boek, maar komt nog meer tot uiting in de titels van de hoofdstukken, bijvoorbeeld Breaking the spell of anorexia/bulimia, From captivated to captive: anorexia/ bulimia as prison and jailer, Anorexia's soldiers en Lighting a torch in the great darkness of anorexia. De auteurs zetten zich af tegen de objectiverende benadering van de conventionele behandelingen. In hun ogen is a/b geen ziekte maar een vreemde kracht die de denk- en gevoelswereld van het betrokken slachtoffer compleet kan overheersen. Het wordt zelfs een 'stem' van de persoon zelf en doet zo diens autonomie als het ware verstommen. Een typisch staaltje hiervan: 'A/b can trap a person (or her therapist) into endless back-and-forth debates, which allow the voice of a/b to become more sophisticated and tailored to the person's anti-a/b arguments' (p. 145). En zo gaat het pagina's lang door. Wat een lovenswaardige poging leek om een eetstoornis van binnenuit te verwoorden, verzinkt in een sloganeske taal die in plaats van de persoon van de betrokkene te evoceren juist heel bevreemdend werkt. Wie geïnteresseerd is in de narratieve visie hoeft dit boek trouwens niet ter hand te nemen, maar kan terecht in de archives of resistance op internet (www.narrativeapproaches.com).
W. Vandereycken