Jung. Een biografie
De meeste biografieën die aan Jung gewijd zijn, vertrekken vanuit een stevig vooroordeel: ofwel ze idealiseren de grondlegger van de analytische psychologie, ofwel ze boren hem genadeloos de grond in. Deirdre Bair kent als biografe het klappen van de zweep: zij publiceerde veelgeprezen standaardwerken over Samuel Beckett, Anaïs Nin en Simone de Beauvoir. Objectiviteit staat voorop bij haar benadering. Zij doet volkomen recht aan het 'nogal ingewikkeld verschijnsel' dat Jung naar eigen zeggen was. Bair had de gelegenheid een aantal interessante bronnen aan te boren die voordien niet beschikbaar waren. Hiervoor verbleef ze verschillende maanden te Zürich, waar ze - onder streng toezicht van Jungs erfgenamen - het archief van de Eidgenössige Technische Hochschule kon raadplegen. Daar werd zij ook benaderd door een aantal mensen die haar informatie of documentatie wilden toevertrouwen. Het resultaat is een turf van 943 pagina's, waarvan bijna 200 bladzijden noten, het geheel in kleine tot zeer kleine druk … Toch las ik het boek in één adem uit. Het is, ondanks een aantal verwarrende passages, een spannend boek. Bair wil ons zo veel vertellen dat ze soms verdrinkt in haar eigen materiaal en daarbij is ook de vertaling niet altijd even duidelijk. Jung komt uit deze biografie tevoorschijn als een charismatische figuur en een origineel denker, maar ook als een arrogant en weinig genereus man, een 'snob en mysticus'. Zijn schrijnend gebrek aan liefde werd hem op treffende wijze verweten door een van zijn vrienden en aanhangers, Hans Schmid (p. 322-323). Dat Jung geen aanminnig personage was, vermoedde ik al. Tot mijn verrassing komt ook Freud tamelijk onsympathiek tevoorschijn uit de geciteerde documenten: hard, cynisch, autoritair en … antisemitisch! Ook Ernest Jones, Freuds hagiograaf, verschijnt als een nare intrigant. De verschillende heikele episodes uit Jungs leven behandelt Bair met de grootste omzichtigheid: zijn vriendschap en breuk met Freud, zijn relatie met Sabina Spielrein, en zijn geclaimde antisemitisme en nazisme. Wie écht wil weten wat Jung heeft misdaan, moét Bair hierover raadplegen. Jung was geen heilige, en beging menige flater in zijn lange leven, maar vele beschuldigingen die (helaas meestal vanuit freudiaanse hoek) op hem werden afgevuurd, blijken ongegrond te zijn. Toch las ik al enkele recensies van Bairs werk die nog maar eens de nadruk leggen op Jungs negatieve kanten. Objectiviteit lijkt moeilijk te handhaven in de psychoanalytische wereld …
J. Dehing