The dictionary of the work of W.R. Bion
Na de dictionaries van het werk van Freud (Laplanche & Pontalis 1967), Klein (Hinshelwood 1989), Winnicott (Abram 1996), Lacan (Evans 1996), en het psychoanalytische woordenboek van Stroeken (2000) in ons taalgebied, kon een 'woordenboek' van het werk van Bion niet ontbreken. Dat de auteur een Braziliaanse psychoanalyticus is, is niet toevallig. Ik vermoed dat de Engelsen te veel en te controversieel tegenover deze voornaamste post-kleiniaan staan om dit te durven en tevens krijgt Bion veel aandacht in Latijns-Amerika. Bion vertrok na een ongewone, maar boeiende carrière in Engeland naar Californië op uitnodiging van een groep kleinianen, om zoals hij zei: 'not to be loaden with honours and sunk like a stone'. De strakke psychoanalytische cultuur in de vs accepteerde hem echter niet (hij werd pas postuum lid gemaakt van de Amerikaanse vereniging voor psychoanalyse) en uitnodigingen in Latijns-Amerika nam hij graag aan. Hij hield van de openheid in deze smeltkroes van culturen, met een zweem van mystiek. De psychoanalyse is er bovendien nogal geïntegreerd: Rio de Janeiro alleen al telt meer dan 5.000 analytici van allerlei slag en Bion en Lacan zijn er de grote referenties. Het boek is zeer mooi uitgegeven, maar niet van het gehalte van Laplanche & Pontalis, die een onovertroffen exegese van Freuds begrippenkader en de ontwikkeling ervan geven. Zij geven van alle begrippen uit Freuds hele oeuvre de evolutie en de tegenstrijdigheden. Hinshelwood heeft een andere maar ook erg goede benadering in zijn woordenboek over Kleins werk. Hij neemt enkele grote sleutelbegrippen als insteek en werkt die uit. Dit wordt dan gevolgd door een meer woordenboekachtige benadering van andere begrippen. Hinshelwood heeft overigens een aanvulling op het woordenboek geschreven met klinische voorbeelden uit het het werk van de grote kleiniaanse auteurs zelf. Bij Lopez-Corvo vinden we geen van deze benaderingen. Dit is jammer, want het werk van Bion is niet zo omvangrijk. Lopez-Corvo is niet volledig en geeft ook niet echt nauwkeurig de evolutie van de begrippen het werk van Bion weer. Hij werkt ook niet via sleutelbegrippen. De interpretaties zijn, op een paar voorbeelden na, weinig klinisch. De woorden waar hij een lange uitweiding over geeft, zijn volgens mij de beste delen van het boek: zoals over droom, bèta-elementen; containment en grid, concepten uit de eerste publicaties van Bion. De grootste verdienste van het boek ligt waarschijnlijk in zijn inspanning om Bions moeilijkste werk (Transformations; Bion 1964) begrijpelijker te maken. Bion probeert in dit werk op een bijna wiskundige en formuleachtige manier de beperkingen van de zintuigen te overstijgen. De verklaringen van Lopez-Corvo kunnen als achtergrond dienen bij dit werk van Bion. Hij is zwakker en met veel herhalingen in zijn interpretaties van het latere werk van Bion, waar Bion zich van mystieke metaforen bedient. Een verklarende aanpak doet een deel de kracht van wat Bion overbrengt teniet en is soms bedenkelijk, zoals wat hij over Godhead schrijft en zijn uitleg van O als de oorsprong in Zen. Zie hiervoor ook Symington (2004), die zelf een biografie schreef over Bion, en in het International Journal of Psychoanalysis een discussie aangaat met Lopez-Corvo over de plaats van deze mystieke metaforen. Zijn dit vormen die Bion gebruikt om iets van een zitting te vatten , of is het een zoeken naar iets van een religieuze orde. Dit is een waardevol boek is voor iedereen die Bion bestudeert. Indien het bij lezers de verwachting zou scheppen duidelijkheid te krijgen in de cryptische auteur die Bion is, dan komt men bedrogen uit. Bion was uiterst precies, maar gewild cryptisch om concepten niet te vlug te laten satureren en daardoor hun kracht te laten verliezen. Hij gaf zelf de raad om niet alles te willen begrijpen bij de lectuur van zijn werk, maar het opnieuw te lezen, zodat in relatie met het klinisch werk steeds nieuwe betekenissen naar voor kunnen komen. Deze lijn van het geven van gedachten en preconcepten die in samenhang met klinische ervaring een klik teweegbrengen, is helemaal in lijn met zijn theorie en techniek. Dit is het omgekeerde van wat hij een steriel weten noemde (-K). De beste manier om Bion te leren kennen zijn waarschijnlijk nog steeds de Brazilian Lectures (Bion 1990). Over zijn leven is het boek van Bléandonu (1994) het meest gedocumenteerde en het beste werk. Een open en eenvoudig overzicht van zijn theoretisch werk is in het onvolprezen boekje van Grinberg (1993) te vinden.
R. Vermote