Somatoform disorders. A medicolegal guide
Lichamelijke klachten en syndromen zonder duidelijke somatische verklaring worden zeer frequent gezien in alle geledingen van de gezondheidszorg. De betrokken patiënten rapporteren diverse vormen van subjectieve hinder, zoals spierpijn, zwakte, darmkrampen, vermoeidheid, duizeligheid, en voelen zich in mindere of meerdere mate functioneel beperkt. Op sommige patiënten, vooral die met chronische klachten, zijn de dsmiv- criteria van de 'somatoforme stoornissen' van toepassing. Bij anderen - bijvoorbeeld patiënten met het chronischevermoeidheidssyndroom (cvs) of fibromyalgie - is eerder sprake van 'functionele somatische syndromen'. Professor Michael Trimble, een bekende autoriteit op het vlak van de behavioral neurology, bespreekt in dit boek deze stoornissen vanuit het standpunt van de medisch-juridische expert. Die moet bijvoorbeeld een psychiatrisch oordeel vellen over 'onverklaarde' chronische pijnklachten na een verkeersongeval met whiplashtrauma, of een advies geven bij een juridische betwisting over blijvende invaliditeit van een cvs-patiënt. Hoewel Trimble het niet altijd zo expliciet verwoordt, blijkt uit het boek dat de aan- of afwezigheid van objectief vast te stellen afwijkingen het belangrijkste criterium is waarop de expert zich moet baseren. En uiteraard moet de expert ook bedacht zijn op simulanten (malingerers), die er met gericht somatisch onderzoek uitgehaald kunnen worden. Dit boek illustreert hoe de grote meerderheid van de somatisch specialisten, en in het bijzonder neurologen, naar deze patiënten kijken. Maar als de medisch-juridische expert zich blindstaart op de aan- of afwezigheid van objectieve afwijkingen, komt hij gegarandeerd in een doodlopend straatje terecht. Oorzakelijkheid is in deze gevallen - zoals in de psychiatrie in het algemeen - vaker van de orde van het verstehen dan van het erklären. Er moet dus vooral worden geluisterd, in plaats van gekeken. Dat neemt niet weg dat deze patiënten de arts soms voor moeilijke medisch-sociale dilemma's plaatsen. Om één voorbeeld te noemen: welk antwoord moet je geven aan een cvs-patiënte die na een revalidatieprogramma weer behoorlijk thuis kan functioneren, maar een medische verklaring vraagt om haar arbeidsongeschiktheidsuitkering te kunnen behouden, omdat ze haar baan niet meer aankan en bovendien … het geld nodig heeft om haar huis af te betalen? (Van Houdenhove 2001). Trimbles boek kan dan ook een goed vertrekpunt vormen voor een breed debat over deze problematiek. Daarbij zal rekening moeten worden gehouden met moderne neurobiologische inzichten in het pathofysiologische substraat van stressgebonden klachten en syndromen; cognitief-gedragsgeoriënteerde visies over de mechanismen van symptoompersistentie en chronisch ziektegedrag; en, last but not least, maatschappelijke en politieke standpunten over functie en eventueel misbruik van het sociale vangnet.
B. van Houdenhove