Beter vroeg dan laat en beter laat dan nooit. De onderkenning van autisme bij normaal tot hoogbegaafde personen
Dit proefschrift van Vermeulen beschrijft de problematiek en de stand van zaken van de diagnostiek van autismespectrumstoornissen bij normaal begaafde personen. Hij koppelt zijn verkennende en beschrijvende onderzoek van een groep volwassenen met autismespectrumstoornissen aan een uitgebreide inleiding over de materie.
De inleiding is absoluut de moeite waard om te lezen; de tekst weerspiegelt de langdurige ervaring van de auteur met de patiënten en hij weet alle dilemma's bij de diagnostiek uitstekend te verwoorden. Intrigerend is het daarbij ook de historische ontwikkelingen en inzichten gekoppeld te zien aan de actuele vragen rond het beeld. De autistische stoornis is de meest bekende van de autismespectrumstoornissen en is relatief makkelijk en vroeg adequaat vast te stellen. De lichtere varianten bij normaal begaafde volwassenen zijn echter moeilijk adequaat te diagnosticeren wegens de verschillende verschijningsvormen, de variërende uiting naarmate de leeftijd vordert en de veelvuldige comorbiditeit. Vermeulen zet zo goed mogelijk uiteen hoe de valkuilen in de diagnostiek zijn te omzeilen en geeft tevens aan waar de vele lacunes in de kennis liggen. Aan het einde van zijn inleiding stelt hij terecht dat onderzoek op dit terrein tot op heden sterk tekortschiet. In de qua omvang relatief bescheiden groep patiënten die hij heeft onderzocht, is de levensloop op diverse manieren in kaart gebracht en is onderzocht welke factoren gerelateerd waren aan een eventueel vroege of late diagnose van het beeld.
De sterke punten van het boek zijn vooral de inleidende hoofdstukken. De stijl is makkelijk toegankelijk en de materie is zeer relevant voor de diagnosticus die zich bezighoudt met ontwikkelingsstoornissen bij volwassenen. Iets zwakker is het onderzoeksgedeelte dat de kenmerken beschrijft van de 34 patiënten. De auteur is zich bewust van enkele zwakke plekken in zijn onderzoek en besteedt er passende aandacht aan.
Vermeulen was al een coryfee op zijn terrein en dit boek mag momenteel als de Nederlandstalige standaard op het terrein van de diagnostiek van autismespectrumstoornissen in de volwassenenpsychiatrie beschouwd worden.
C.E.J. Ketelaars