Malingering and illness deception
Onder simulatie van ziekte of handicap wordt verstaan het doelbewust valse of overdreven ziekteverschijnselen voorwenden of fabriceren, gemotiveerd door extern gewin, onder meer financiële compensatie. Simulatie verschilt van nagebootste ziekte, daarbij gaat het om een psychiatrische diagnostiek waar de patiëntenrol, en niet grof verzekeringsgeld, inzet is van de nagebootste ziektesymptomen.
Dit multi-auteurswerk over simulatie en ziektefraude brengt bijdragen die het medisch model overstijgen. De basisboodschap van dit werk is dat ziekte nabootsen of invaliditeit voorwenden behoort tot de leugen, opzettelijk bedrog en profitariaat. Artsen die deze simulanten psychisch gestoord of neurotisch noemen, worden de dupe van handige ziekteprofiteurs. Het boek bevat ook meer genuanceerde visies over de conceptuele modellen voor gestoord ziektegedrag, en ook (pogingen tot) sociologisch-historische verklaringen. Over het onderscheid tussen simulatie en psychiatrische syndromen wordt gediscuteerd, en ook over de problematiek van bijvoorbeeld chronische pijn en simulatie bij kinderen.
Een aangenaam hoofdstuk is de historische bijdrage van Wessely, de Londense neuropsychiater die met zijn publicaties over het chronisch vermoeidheidssyndroom (cvs) geregeld zowel de vakpers als de populaire pers haalt. Maar Wessely haalde zich ook de haat van vele somatisch georienteerde cvs-lijders op de nek, omdat deze chronisch vermoeiden - onterecht denk ik - Wessely ervan beschuldigen hen 'simulanten' te noemen. Wessely bespreekt de paniekreacties in het medisch establishment ten tijde van Bismarck, toen de compensatieschema's voor aan werk gerelateerde lichamelijke schade bij arbeiders werden ontwikkeld. Artsen voorspelden dat die sociale wetgeving die in Bismarcks Duitsland werd ontwikkeld (in Engeland vertegenwoordigden de Workmen's Compensation Act van 1908 en de National Insurance van 1911 een soortgelijke regeling), tot een rampvloed van gesimuleerde claims zou leiden.
Wessely bespreekt ook simulatie in de militaire wereld. Hij geeft een scherpe analyse van de verschillen in de klinische presentaties van war neuroses na de Eerste en de Tweede Wereldoorlog, de transculturele verschillen tussen Engelse, Franse en Duitse militairen, en de simulatie van neurosen bij officieren, terwijl soldaten meer pseudoverlammingen hadden. Dit gaf uiteenlopende visies bij de medisch-psychiatrische experts: voor de een waren deze militairen laffe deserteurs die repressief aangepakt moesten worden, voor de anderen getraumatiseerden die zorg en therapie behoefden.
Het detectiearsenaal voor simulatie - neuro-psychologische testen, video's voor analyse van gezichtsuitdrukkingen, leugendetectors en dergelijke - en de medisch-juridische implicaties en de ethisch-juridische onderzoeksbatterij komen aan bod.
Dit boek doorgrondt de problematiek van simulatie niet zozeer vanuit psychiatrisch standpunt, maar benadert ziektebedrog meer als een conflict tussen individuele en sociale waarden.
M. van Moffaert