Kwartet voor ouderen. Ontstaan en ontwikkeling van de medische beroepen in de ouderenzorg
In een lezenswaardig proefschrift bespreekt de au-teur de historische ontwikkeling van het kwartet medische beroepsgroepen dat zich specifiek toelegt op de behandeling van oudere patiënten. Dit kwartet bestaat uit de verpleeghuisgeneeskunde, de klinische geriatrie, de sociale geriatrie en de ouderenpsychiatrie. Internationaal gezien heeft Nederland met vier medische beroepsgroepen voor ouderenzorg een unieke positie, omdat elders sociale geriatrie en verpleeghuisgeneeskunde als medische specialismen niet voorkomen. Hoe deze beroepsstructuur in Nederland tot stand is gekomen is een interessante historische vraagstelling, mede gezien de regelmatige terugkerende vraag naar de rationaliteit van de medische beroepenstructuur voor oudere patiënten. Het boek begint met een karakterisering van de doelgroepen en een beschrijving van de werkwijzen van de vier beroepsgroepen, aangevuld met een schets van de ontwikkelingsgang van een representatieve pionier van de betreffende beroepsgroep. Om het gevaar te mijden dat een discipline-geschiedenis de rol vervult van een legitimering achteraf van het bestaansrecht van een beroepsgroep, is gekozen voor een contextueel uitgangspunt bij de historische beschrijving. Er wordt gepoogd streven, handelingen en beslissingen van historische figuren te construeren zonder vooruit te lopen op de latere ontwikkelingen. Het wordt aannemelijk gemaakt dat de beroepsontwikkeling gestuurd wordt door voortdurende veranderingen in de relatie tussen een aantal spelers, zoals de gebruikers, de beroepsbeoefenaars, de aanpalende beroepsgroepen, de overheid, de opleidingsinstellingen en de beroepsomgeving. De verschillen tussen de vier beroepsgroepen in de ouderenzorg zijn totstandgekomen omdat elk zijn eigen dynamiek kende tussen bovenvermelde spelers die een beroepsvorming bepalen. Opvallend hierbij waren in het Nederlandse krachtenveld de differentiatie van het bewonersbestand van de oudeliedenhuizen, de verkeerdebedproblematiek in algemene ziekenhuizen en in psychiatrische ziekenhuizen, en de registratiesystematiek van het Centraal College voor de erkenning en registratie van medisch specialisten. In dit proefschrift over het ontstaan en de ontwikkeling van de medische beroepen in de ouderenzorg staat het vraagstuk naar specifieke beroepserkenning van geriatrische specialismen centraal. Vooral de rationaliteit van vier geriatrische beroepsgroepen wordt geanalyseerd en bediscussieerd. De positie en het bestaansrecht van een zelfstandig geriatrisch specialisme versus ouderenzorg als deelgebied van grote en gevestigde specialismen als inwendige geneeskunde, neurologie en psychiatrie, komt echter minder aan de orde. Door zijn gedegen methodologisch onder-bouwde historische analyse en heldere schrijfwijze is het boek een aanrader voor eenieder die inte-resse heeft in het krachtenveld dat bepaalt hoe specialisatie zich binnen medische beroepsgroepen voltrekt.
P. Eikelenboom