Treating Chronic and Severe Mental Disorders. A handbook of Empirically Supported Interventions
Empirically Supported Therapies (est) is de psychologische tweelingterm van Evidence-Based Medicine (EBM), en verwijst naar empirisch gevalideerde psychologische behandelingen. Deze zijn belangrijk omdat ze een tegenwicht vormen voor de farmacologische interventies die in de psychiatrie het leeuwenaandeel van de ebm-interventies uitma-ken. Ze zijn overigens onderhevig aan dezelfde kritiek als de EBM, ook vanwege voorstanders van een klinische praktijk die gebaseerd is op door wetenschappelijk onderzoek ondersteunde psychotherapieën (zie bijvoorbeeld Westen & Morrison 2001). In dit boek worden de psychosociale behandelingen van ernstige langdurige psychiatrische stoornissen besproken: schizofrenie, stemmings-stoornissen, afhankelijkheid en misbruik van middelen, en persoonlijkheidsstoornissen. Daarbij hebben de redacteuren goed werk geleverd, want elk van de twintig hoofdstukken heeft ongeveer dezelfde structuur: een theoretische onderbouwing, een uitgebreide, meestal gefaseerde beschrijving van de interventie(s), en de empirische ondersteuning vanuit uitkomstonderzoek voor de beschreven benadering. Daarbij is er steeds aandacht voor moeilijkheden en valkuilen, aanpassingen voor speciale populaties, enzovoort. Daarnaast wordt in bijna alle hoofdstukken een casus uitgewerkt, waarbij een aantal auteurs kiezen voor letterlijke transcripties van een sessie. Inhoudelijk is het geen verrassing dat in bijna de helft van de hoofdstukken een cognitief-gedragstherapeutische behandeling wordt be-schreven. Minder gewoon lijkt me dat vijf hoofdstukken over een systeembenadering handelen. Verder komen ook interpersoonlijke therapie (voor bipolaire stoornissen) en de kortdurende dynami-sche psychotherapie (voor persoonlijkheidsstoor-nissen) aan bod. Blijft natuurlijk de vraag voor wie zo'n boek interessant is. Het biedt een goede kennismaking met est waarmee een lezer nog niet vertrouwd is, maar het is (uiteraard) onvoldoende om ermee aan de slag te gaan. In die zin kan het vooral oriënterend werken naar verdere literatuur. Tevens is het voor psychiaters in opleiding erg interessant, om-dat het een brede waaier van benaderingen op een levendige manier onder de aandacht brengt. Het biedt ook een hoop argumenten voor wie de plaats van de psychotherapie bij de behandeling van ernstige langdurige psychiatrische stoornissen wil bepleiten.
G. Pieters