Vergeving als opgave. Psychologische realiteit of onmogelijk ideaal?
In de internationale literatuur is er een groeiende aandacht voor het 'fenomeen' van de vergiffenis. Daarom is deze bundel Vergeving als opgave een welkome Nederlandstalige reflectie op dit thema.
De inleider Van Heeswijk wijst op het belang van dit concept voor de geestelijke gezondheidszorg. De titel van zijn inleiding, Moet vergeving?, nodigt uit om de bundel verder te exploreren. Ganzevoort reikt vervolgens een werkdefinitie van vergeving aan, die de kern van de zaak raakt: '(…) het erkennen van de schuld van de dader en het afzien van het recht van wraak of vergelding' (p. 27). Onder de titel Vergeving: wat levert het op? onderzoekt Verhagen de literatuur en het empirische onderzoek naar de effectiviteit van vergeving. Vooral de vraag of vergeving een positief effect heeft op 'gewone' negatieve beslissingen, is belangrijk. Ter Horst belicht op een wijze manier dit thema vanuit de pedagogische invalshoek, en geeft aan waar vergeving wel en niet op zijn plaats is. De kracht van de Liefde in het proces van vergeven is de kern van zijn betoog. De Vos belicht de 'menselijke' kant. Immers, een mens met zijn tekorten kan of wil niet altijd vergeven. Maar - geïllustreerd met een tekst van Borges -het is wel mogelijk dat iemand iets van zijn verleden achter zich laat, wat ook bevrijdend kan werken.
Er is in de artikelen slechts zijdelings sprake van de rol van vergeving vanuit psychopathologisch perspectief. De bovengenoemde werkdefinitie is naar mijn mening van groot belang in het psychotherapeutische proces. Zonder een dader te zijn, kan dit fantasme (neurotisch, psychotisch) bestaan en een sterke impact hebben op de persoon. Bijgevolg kan vergeven een belangrijke existentiële omkering in een psychotherapie betekenen. Dit boekje wil natuurlijk geen overzichtswerk zijn, maar wel een staalkaart om de lezer aan het denken te zetten. Daarin slaagt het op een verfrissende en overtuigende wijze.
M. Calmeyn