Jongeren met psychotische stoornissen. Behandeling in een zorglijn
Termen als mission statement, doelgroep, geprotocolleerde behandeling en zorgtraject zijn tegenwoordig niet meer weg te denken uit het jargon van de moderne ggz-hulpverlener. Of deze ontwikkeling nu goed of slecht is, zal de tijd leren, maar in ieder geval maakt de zakelijke en schematische stijl, waarmee de vormgeving van dit gedachtegoed over het algemeen gepaard gaat, het lezen van de literatuur wel wat saaier dan vroeger.
Jongeren met psychotische stoornissen. Behandeling in een zorglijn is een typische exponent van de actuele transparante aanpak in de kinder- en jeugdpsychiatrie. In acht hoofdstukken wordt op systematische wijze een multidisciplinair zorgaanbod beschreven voor de diagnostiek en de behandeling van jongeren met een psychotische stoornis. Kort samengevat wordt als leidraad voor de behandelplanning van deze doelgroep uitgegaan van de profielschets, een schema dat gebaseerd is op het diathese-stressmodel en waarin kenmerken van de psychose en de patiënt worden weergegeven. De profielschets bevat vier hoofdcategorieën: ziekte (prodromen, symptomen), spanningsbronnen (interne en externe spanningsbronnen), bescherming (beschermende vaardigheden, beschermende omgevingsfactoren, beschermende activiteiten), en rolgedrag (ontbrekende gewenste vaardigheden, storend en/of ongewenst gedrag). In het gefaseerde beloop van de psychotische stoornis zijn steeds per fase (prodromaal, acuut, stabiel en rehabilitatie) een aantal meetbare doelen geformuleerd, die op zich weer gekoppeld zijn aan diagnostische en op behandeling gerichte activiteiten. Hierbij is tevens aangegeven welke activiteit door welke discipline wordt uitgevoerd. Ten slotte wordt in het boek een overzicht gegeven van psychodiagnostische meetinstrumenten die, binnen dit zorgprogramma, toegepast worden bij de evaluatie van de effectiviteit van het behandelprogramma. Ook het gebruik van meetinstrumenten is steeds gerelateerd aan de fase van de psychotische stoornis en aan de respectievelijke disciplines.
Een sterk punt van dit boek vind ik de dappere en grotendeels geslaagde poging tot het expliciteren van alle interventies die, vanaf de eerste opvang tot en met de langdurige begeleiding van deze jongeren, toegepast worden. Ook de integratie van alle relevante medische en psychosociale informatie in een profielschets kan in belangrijke mate bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit van de behandeling. Anderzijds blijft toch het gevoel knagen dat juist in de (kinder- en jeugd)psychiatrie veel patiënten zo moeilijk te vangen zijn in overzichtelijke schema's en goed afgebakende fasen. Het zou misschien gescheeld hebben als in het boek ook expliciet aandacht was gegeven aan de beperkingen van het beschreven zorgprogramma, maar vooral ook als expliciet gewaarschuwd zou zijn tegen de soms wat ongenuanceerd simpele weergave van het daadwerkelijk buitengewoon complexe zorgproces.
M. Wiznitzer