Annual Progress in Child Psychiatry and Child Development 2000-2001
Met de 33ste aflevering van dit fameuze jaarboek wordt een inhaalslag gemaakt. Sinds Stella Chess en Alexander Thomas in 1968 de eerste aflevering van Annual Progress in Child Psychiatry and Child Development lieten verschijnen, zijn wij gewend dat in jaar n+2 (bijvoorbeeld 1993), een jaarboek verschijnt met op het omslag de vermelding van jaar n+1 (in dit voorbeeld 1992), waarin artikelen zijn gebundeld die in jaar n (in dit voorbeeld 1991) zijn gepubliceerd. Na het verschijnen van deel 1998 in het jaar 1999 lijkt hier de klad in gekomen. Pas in 2001 verscheen deel 1999, met artikelen uit 1998. En nu, in 2003, verschijnt een deel dat voor het eerst op het omslag twee jaren tegelijk noemt '2000-2001', met daarin artikelen uit de jaren 1999 en 2000.
Zijn deze haperingen bij het redigeren of uitgeven voorboden van het einde van deze serie? Dat zou beslist betreurenswaardig zijn. Wanneer wij het voorwoord van de eerste editie nog eens raadplegen, zien wij dat de New Yorkse kinderpsychiaters Chess en Thomas tijdschriftartikelen in het jaarboek wilden bundelen, die zowel van belang waren voor het direct informeren van vakgenoten, als voor het nog eens raadplegen op langere termijn. Dit omdat - zo schrijven zij reeds in 1968: 'Keeping up with the literature in such a rapidly expanding field (…) has become a task of herculean proportions.' Met het samenbrengen van empirische artikelen op de gebieden van zowel kinderpsychiatrie als ontwikkelingspsychologie, bedreven zij ontwikkelingspsychopathologie avant la lettre. Het raadplegen van oudere delen uit deze reeks stemt bescheiden: zoveel van wat nu als nieuw wordt gepresenteerd, is al te vinden in publicaties van meer dan twintig jaar geleden.
Bij deel 1987 werd Margaret Hertzig aan de redactie toegevoegd, en Thomas trok zich terug na het deel 1988. Met ingang van het deel 1992 nam Ellen Farber het redacteurschap van Chess over. Hoe ziet de selectie eruit die Hertzig & Farber maakten voor dit nieuwe deel van Annual Progress? Zij kozen 33 artikelen uit 10 verschillende tijdschriften, waarvan maar liefst 12 uit het Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry (wat onevenwichtig voor mensen die op dat blad zijn geabonneerd). Stuk voor stuk uitstekende artikelen, die deels fundamenteel onderzoek betreffen, en deels behandeling en preventie.
Bij al dit onderzoek van niveau valt op dat in twee artikelen expliciet wordt stilgestaan bij de kloof tussen wetenschap en de echte buitenwereld. In het eerste artikel schrijft Frances Degen Horowitz over Child Development and the pits, waarbij pits staat voor Person In The Street. Het is een mooie beschouwing over de sociale verantwoordelijkheid van wetenschappers en de manier waarop zij in moeten gaan op vragen die het publiek stelt. Een artikel van Adrian Angold en anderen betreft het dilemma dat onder onderzoeksomstandigheden effectief gebleken behandelingen in de real world van de ambulante ggz vaak veel minder blijken te doen. Zij vergeleken therapie voor adolescenten in een onderzoekscentrum met die in de ambulante jeugd-ggz, en stelden vast dat de adolescenten in de tweede groep vooraf ernstiger stoornissen vertoonden dan de deelnemers aan onderzoeksprojecten, maar dat zij wel van de behandeling konden profiteren, mits daarvoor meer tijd werd uitgetrokken.
Met het nu verschenen deel bevestigt dit jaarboek zijn reputatie kinderpsychiaters en klinisch werkzame gedragswetenschappers voortreffelijk in staat te stellen op de hoogte te blijven van nieuwe ontwikkelingen. Je kunt je afvragen hoe nuttig dat is in een tijd waarin steeds meer mensen digitale bibliotheken kunnen raadplegen. Dat nut wordt pas zichtbaar wanneer je een reeks van enige omvang hebt opgebouwd. Dan kun je de ontwikkelingslijnen van ons vak volgen via publicaties die achteraf sleutelartikelen zijn gebleken. Dat overzicht biedt een digitale bibliotheek niet.
F. Boer