Reconstructing early intervention after trauma
Een deel van de mensen die schokkende gebeurtenissen meemaken, ontwikkelt een traumagerelateerde stoornis. Hulpverleners hebben gepoogd om deze ontwikkeling tegen te gaan door toepassing van kortdurende interventies in directe aansluiting op dergelijke gebeurtenissen. Nadat bleek dat de behandelingen zelden het gewenste effect hebben en soms zelfs averechts werken, ontstond onder hulpverleners een verhitte discussie over het nut van deze praktijk.
Deze discussie mondde uit in een impasse die het onderhavige boek poogt te doorbreken. In 25 helder geschreven hoofdstukken geven deskundigen analyses van de historische achtergronden van vroegtijdige interventies na schokkende gebeurtenissen, bieden zij moderne theoretische perspectieven en stellen zij aangepaste interventies voor. Deze interventies houden meer rekening met de aard van de reacties tijdens en na traumatisering, de timing van de interventies en de individuele verschillen. Het blijkt dat de reacties tijdens een traumatische ervaring de uitdrukking kunnen zijn van een adaptief, op overleving gericht psychobiosociaal proces, dat een natuurlijk beloop kent. Ingrijpen zou alleen nodig zijn als dit proces stagneert, bijvoorbeeld omdat voedsel, onderdak, een veilige omgeving en de hoognodige sociale steun ontbreken, sociale reïntegratie onvoldoende kans krijgt of de integratieve capaciteit van betrokkene te beperkt is om zich de traumatische ervaringen eigen te maken. Verwante inzichten zijn dat verschillende individuen verschillende reacties kunnen hebben op eenzelfde gebeurtenis, en dus verschillende materiële en psychologische behoeften aan hulp hebben; en dat herstel een gefaseerd proces is, en dat aan iedere fase specifieke behoeften van slachtoffers verbonden zijn. Verder neemt de kans op de ontwikkeling van traumagerelateerde psychopathologie toe bij interpersoonlijk geweld, levensbedreiging en ernstige schending van vertrouwen. Screening van deze behoeften en kenmerken kan uitwijzen wie baat heeft bij welke vorm van hulp en op welk moment deze hulp het beste kan worden gegeven. Ten slotte blijken vroegtijdige interventies niet het exclusieve domein te zijn van professionals, laat staan van een bepaalde discipline.
Dit lezenswaardige en informatieve boek gaat vooral over interventies na eenmalige blootstelling van volwassenen aan overweldigende gebeurtenissen. Eenmalige traumatisering van kinderen voorzover deze een openbaar karakter heeft, komt er bekaaid vanaf en vroegtijdige hulp voor kinderen die - meestal in stilte en niet zelden herhaaldelijk - door verwanten of anderen worden mishandeld, komt helemaal niet aan bod. Dit wekt verbazing en is teleurstellend: blootstellingaan dergelijk geweld kan ernstige consequenties hebben voor de psychobiosociale ontwikkeling, de prevalentie van deze vorm van traumatisering is hoog, en mishandelde kinderen lopen als volwassene een groter risico om te worden geretraumatiseerd en een traumagerelateerde stoornis te ontwikkelen na blootstelling aan schokkende gebeurtenissen. Enkele auteurs noemen deze feiten, maar geen van hen bespreekt hoe zo'n kind hulp kan vragen, wie het kan helpen en hoe deze hulp eruit moet zien. Er valt nog veel te doen op het gebied van vroegtijdige interventie na traumatisering.
E.R.S. Nijenhuis