The Treatment of Obsessions
Literatuur over de behandeling van patiënten met obsessieve gedachten zonder compulsief gedrag is schaars. Blootstelling met responspreventie richt zich in de eerste plaats op het verminderen van compulsief gedrag en is vaak minder effectief als er uitsluitend dwanggedachten zijn. Dit boek richt zich specifiek op de behandeling van obsessieve gedachten met ongepaste seksuele, redeloze agressieve of lasterlijke religieuze inhoud. De cliënt ervaart deze gedachten als uitermate walgelijk en weerzinwekkend, en ze gaan gepaard met zeer veel schaamte, schuldgevoelens, geheimhouding en vermijding.
Rachman onderbouwt de beperkingen van de zuiver gedragsmatige aanpak bij deze dwanggedachten vanuit de cognitieve benadering, die vooral ontwikkeld werd door Salkovskis en zijn 'Oxford group'. De beschreven behandeling baseert zich op dit cognitieve model, dat het ontstaan van deze obsessieve gedachten verklaart vanuit catastrofale misinterpretaties van de betekenis van ongewenste opdringerige gedachten die iedereen wel eens heeft.
Het protocol begint met een grondige uiteenzetting waarin speciale aandacht is voor de persoonlijke betekenis die de cliënt toekent aan de obsessieve gedachten en de metacognities. De behandeling wordt opgedeeld in twee stadia: een eerste fase van psycho-educatie en een tweede fase van veranderen van de catastrofale overtuiginpsychopathologie gen. Bij de psycho-educatie worden begrippen als neutraliseren van verwerpelijke gedachten, vermijdingsgedrag en het verborgen houden van obsessies met de gevolgen op korte en lange termijn uitgelegd en gedemonstreerd. Aan blootstelling met responspreventie wordt niet voorbijgegaan, maar het is slechts een van de cognitieve technieken ter correctie van foutieve beoordelingen en het overmatig belang dat eraan gehecht wordt.
Het behandelingsprotocol wordt duidelijk en geordend beschreven, maar biedt toch ruimte voor flexibiliteit en individuele gevalsformulering. Een uitgebreide toolkit van vragenlijsten en scoringssystemen roept onwillekeurig de vergelijking op met een kookboek. Niet minder dan achttien formulieren worden aangeboden. Ze sporen aan tot een praktische en zeer actieve opstelling van therapeut en cliënt, en gidsen hen door de exploratie, behandeling en evaluatie van obsessieve gedachten.
Een helder beschreven reproduceerbaar behandelingsprotocol als dit vormt de eerste en essentiële stap om wetenschappelijke evidentie over de efficiëntie van de beschreven technieken te verzamelen. Gegevens hierover en de mate van behandeltrouw van cliënten zijn nog schaars en ontbreken in dit boek. Het boek vormt hiertoe wel een aanzet: het nodigt uit tot evaluatie van deze benaderingswijze in de klinische praktijk. Daarnaast krijgen professionele hulpverleners alvast een helder en goed onderbouwd overzicht van de cognitieve benadering van obsessief denken.
L. Gabriëls