Jaarboek voor psychiatrie en psychotherapie 2001-2002
Dit jaarboek bevat 23 hoofdstukken waarin actuele ontwikkelingen binnen vooral de psychiatrie worden beschreven. Het is onderverdeeld in de rubrieken klinische beschouwingen, genetica, ouderen, behandeling en geestelijke gezondheidszorg.
Het boek begint met een historische verhandeling van de hand van Treffers over de beschrijving van angststoornissen en depressie bij kinderen en jeugdigen. Deze stoornissen blijken reeds in het midden van de negentiende eeuw bekend te zijn geweest. De huidige belangrijke plaats die de psychiatrische epidemiologie inneemt, wordt recht gedaan met drie hoofdstukken waarin de onderwerpen recidiverende depressieve stoornissen, depressie bij ouderen en cognitieve veroudering worden behandeld. In dit laatst genoemde hoofdstuk wordt aangegeven dat het hebben van zowel insuline-afhankelijke als -onafhankelijke diabetes mellitus sterk negatief geassocieerd is met de cognitieve functies van het geheugen en informatieverwerkingssnelheid. Dit effect komt overeen met twintig jaar 'cognitief ouder' zijn.
Honig beschrijft het klinische beeld van een depressie na een hartinfarct. Hij wijst erop dat bij een dergelijke depressieve episode atypische kenmerken op de voorgrond staan. Het gaat in het bijzonder om lusteloosheid en hostiliteit. Het onderkennen van dit beeld is van belang. Het bestaan van een depressie vergroot namelijk het risico op overlijden na een doorgemaakt hartinfarct met een factor vijf, voornamelijk door fatale aritmieën.
Van Houdenhouve e.a. beschrijven de stand van zaken met betrekking tot de diagnostiek en behandeling van het chronische-vermoeidheidssyndroom. Psychiatrische diagnostiek is hierbij algemene psychiatrie zeer belangrijk, want circa de helft van deze patiënten voldoet aan de criteria van een depressieve stoornis en een kwart heeft een angststoornis. Er zijn bij dit beeld vele therapeutische interventies beschreven, maar vorzichtige en progressieve pogingen om het activiteitsniveau op te voeren blijven steeds een cruciaal onderdeel van de behandeling.
Kooij & Buitelaar beschrijven het klinische beeld en de behandeling van de aandachtstekorthyperactiviteitstoornis van de kindertijd tot de volwassenheid.
De rubriek genetica bevat een mooi drieluik waarin eerst de algemene begrippen en oderzoeksmethoden in de genetica op heldere wijze worden beschreven, waarna twee hoofdstukken volgen over de genetica van psychiatrische stoornissen bij kinderen en jongeren, en bij volwassenen. Hierna volgt nog een hoofdstuk over de psychologische aspecten van erfelijkheidsadvisering.
Sienaert & De Fruyt geven een mooi overzicht van de seksuele bijwerkingen van psychofarmaca. Na een hoofdstuk over de principes van Evidence Based Mental Health, volgen nog beleidspsychiatrische hoofdstukken over zorgprogramma's, vermaatschappelijking en over agressie in psychiatrische instellingen.
Voor wie zich snel op de hoogte wil stellen van de ontwikkelingen en de nieuwe kennis binnen de psychiatrie, is dit een goed boek. De meeste hoofdstukken richten zich op de klinische praktijk. Dit maakt dat er ondanks de uiteenlopende onderwerpen toch een zekere samenhang aanwezig is. Het is een verzorgd en makkelijk leesbaar werk.
J.W. Hummelen