Supervising Psychotherapy. Psychoanalytic and Psychodynamic Perspectives
Dit (Engelstalige) boek over supervisie vanuit een psychodynamisch perspectief is een boek van deze tijd. Het heeft oog voor de realiteit van de huidige alledaagse praktijk en is daarom niet alleen aan te bevelen voor supervisoren in de psychoanalytische psychotherapie, maar zeker ook voor supervisoren met belangstelling hiervoor. Vooral bij supervisie van beginnende psychotherapeuten zoals arts-assistenten in opleiding tot psychiater biedt het een welkome verdieping.
Supervisie als wederkerig proces tussen supervisand en supervisor, ten dienste van de therapie van de patiënt, is het grondthema van het boek. Supervisie behelst een cognitief en emotioneel leerproces, heeft in die zin veel overeenkomsten met psychotherapie, en is meer dan alleen onderricht. Deze visie lijkt een integratie van de historische ontwikkeling van de afgelopen eeuw, die verliep van supervisie als onderdeel van de leeranalyse tot supervisie die krampachtig gescheiden werd gehouden van de leertherapie. De valkuilen en mogelijke voordelen van deze soms vage grenzen tussen therapie en supervisie, en tussen supervisie en onderwijs worden in dit boek op een heldere manier, met vele voorbeelden, geschetst.
Alle onderwerpen over psychoanalytische supervisie komen in hun verschillende gelaagdheid aan bod. Het is echter niet een heel systematisch en geordend leerboek, maar meer een bundeling verhandelingen. Terwijl de bijdragen duidelijk vanuit een gedeeld referentiekader zijn geschreven, zijn de gekozen invalshoeken gevarieerd en origineel. Er is veel aandacht voor de onbewuste processen en overdrachts- en tegenoverdrachtsreacties die in de supervisor-supervisand/ therapeut-patiëntdriehoeksrelatie een rol spelen, en die zich als parallelle processen kunnen manifesteren. Heel mooi wordt dit beschreven in het hoofdstuk 'Supervision of supervision: Specialism or new profession?' waarin supervisie over supervisie als vierde laag wordt geïntroduceerd.
Ook is er plaats ingeruimd voor de beschrijving van leerstijlen van supervisandi. Niet iedereen leert op dezelfde manier. Angst staat kunnen leren in de weg. In supervisie gaat het erom een omgeving te creëren waarin de supervisand zich zo veilig voelt dat deze maximaal kan profiteren van supervisie en gebruik leert maken van inductief, associatief, creatief en zelfreflectief denken. Groepssupervisie, waaraan een apart hoofdstuk is gewijd, kan hierbij vele extra's bieden. In een belangrijk hoofdstuk over de rol van de supervisor wordt verder helder en overtuigend uiteengezet dat supervisie geen controle, maar ook geen collusie mag zijn, wil de supervisand kunnen leren.
Hoewel terecht benadrukt wordt dat het uiteindelijk gaat om de patiënt, is het goed dat in dit boek de mogelijke preoccupaties, narcistische behoeften, en subjectieve en theoretische assumpties van de supervisand en de supervisor in hun relatie tot elkaar en tot de patiënt ruim aandacht krijgen. De ontwikkeling van een 'professional self' naast die van een 'personal self' wordt hiermee een dienst bewezen. De grote aandacht voor de psychodynamiek in supervisie gaat echter wel wat ten koste van die voor formele grensbewaking, zoals de wijze van beoordeling van de supervisand.
R.C. van der Mast, J.N. Voorhoeve