Het brein te kijk. Verkenningen van de cognitieve neurowetenschappen
De snelle ontwikkelingen op het terrein van de (functionele) beeldvorming - de iconografie - van het brein hebben in belangrijke mate bijgedragen tot de recente sterke kennistoename op het gebied van de hersenfysiologie. Hierdoor is ook de kloof geslecht tussen de 'software'- en de 'hardware'- onderzoekers: de cognitieve wetenschappers, respectievelijk de medici. Deze laatste groep voelt zich door een gebrek aan kennis vaak nog onwennig op dit gebied. Dit boek doet een geslaagde poging om dit manco op te heffen.
Het boek bestaat uit drie delen: in het eerste deel worden basale autonomie en fysiologie besproken. Het tweede deel bespreekt het moderne instrumentarium: elektromagnetische en beeldvormende technieken worden uitgelegd.
Het laatste en veruit grootste deel bespreekt de state of the art betreffende een aantal klassieke centrale cognitieve functies. Aan de orde komen achtereenvolgens: waarneming, aandacht, geheugen, taal, bewustzijn en de organisatie van de motoriek. Deze hoofdstukken zijn geschreven door vooraanstaande Nederlandse onderzoekers. Het boek is helder geschreven en leest prettig. Voor de psychiaters die geïnteresseerd zijn in neurobiologie is het boek sterk aan te raden, omdat het een in het Nederlands lastig te bestuderen gebied toegankelijk maakt. Het boek is in het bijzonder geschikt voor het onderwijs aan arts-assistenten omdat de genoemde thematiek besproken wordt, zonder al te detaillistisch te worden, maar met voldoende diepgang.
Psychiaters, die louter en alleen geïnteresseerd zijn in de praktijk van alledag, zullen het boek mogelijk te theoretisch vinden. Het is dan ook jammer dat een hoofdstuk ontbreekt over de onderzoeksresultaten betreffende de pathofysiologie van de grote psychiatrische beelden, zoals schizofrenie en de manisch-depressieve psychose. Door deze aanvulling zou het boek bruikbaarder worden voor de medicus practicus.
J.J.M. van Hoof