The Neuropsychiatry of Epilepsy
Psychiatrische symptomen komen veel voor bij patiënten met epilepsie. Gaat het hier uitsluitend om comorbiditeit, of bestaat er ook unieke psychopathologie, zoals de temporaalkwabpersoonlijkheid, de postictale psychose en de interictale dysfore stoornis, waarvoor de huidige classificatiesystemen wellicht niet toereikend zijn? Dit is een van de vele vragen die opgeworpen worden in The Neuropsychiatry of Epilepsy. De redacteuren hebben zich ten doel gesteld een educatief boek samen te stellen waarin de huidige kennis op het grensgebied tussen epilepsie en psychiatrie wordt weergegeven. Daarnaast moet het boek uitnodigen tot discussie en nieuwe onderzoeksvragen. Hiertoe zijn diverse deskundigen uit Amerika, Europa en Japan op het terrein van de neurologie, epileptologie en psychiatrie uitgenodigd een hoofdstuk voor hun rekening te nemen.
Het resultaat is inhoudelijk beslist educatief en informatief. De onderwerpkeuze beslaat het relevante spectrum tussen psychiatrie en epilepsie, met belangrijke aandacht voor onder meer gedragsproblemen, waaronder agressie en suïcide, cognitieve effecten (zowel met epilepsie samenhangend als door medicatie geïnduceerd), niet-epileptische aanvallen, en epilepsiechirurgie. Er is veel aandacht voor de laatste ontwikkelingen, met verwijzingen naar recente literatuur. Enige voorkennis over epilepsie wordt bekend verondersteld. Dit boek is daarom vooral waardevol voor neurologen en psychiaters (in opleiding) die regelmatig te maken hebben met patiënten met epilepsie.
Helaas valt er wel aan te merken op de vorm. De indeling (zes hoofdstukken met ieder drie tot zes deelhoofdstukken) is niet helder, met veel overlap tussen de hoofdstukken onderling. Zo gaat het in elk hoofdstuk wel op een moment over cognitieve aspecten, terwijl hier ook een apart hoofdstuk aan is gewijd. Gelukkig maakt de goede index aan het eind van het boek veel goed, wat het zoekwerk betreft. Storender aan de vorm is dan ook het gebrek aan eenduidige stijl. Dit heeft ongetwijfeld met de grote hoeveelheid auteurs te maken. Waar de ene auteur een welhaast historisch overzicht geeft, beperkt de ander zich tot de recente literatuur of bespreekt eigen onderzoeksresultaten. Sommige hoofdstukken worden afgesloten met een bondige samenvatting; andere eindigen abrupt of met een conclusie van drie pagina's. Sommige auteurs voegen een gevalsbeschrijving toe, anderen hun eigen mening. Deze rommelige stijl komt de leesbaarheid niet ten goede, en dat is jammer voor dit boek dat terecht een belangrijk terrein onder de aandacht wil brengen.
J.W. Hop