Vascular Disease and Affective Disorders
De relatie tussen vasculaire ziekte en affectieve stoornissen is al ruim tien jaar onderwerp van onderzoek vanuit verschillende specialismen, onder meer cardiologie, neurologie en psychiatrie. Longitudinaal onderzoek naar morbiditeit en mortaliteit bij grote groepen patiënten met ofwel cardiovasculaire ziekten, cerebrovasculaire aandoeningen of depressies hebben aangetoond dat depressieve comorbiditeit bij vasculaire ziekten de prognose hiervan ongunstig beïnvloedt en anderzijds dat depressieve patiënten een grotere kans hebben op cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit. Deze bevindingen hebben geleid tot nader onderzoek naar de onderliggende mechanismen van deze relatie. Vanwege de betrokkenheid van verschillende specialismen en de grote diversiteit van onderzoeksmethoden is het niet eenvoudig de vorderingen op dit gebied goed bij te houden. Een boek dat een overzicht wil bieden van dit brede gebied is dus zeer welkom. De redactie van het boek wordt gevormd door drie ouderenpsychiaters en dat is niet toevallig, gezien de vanuit dit vakgebied ontwikkelde vasculaire depressiehypothese.
Het boek bestaat uit twee delen: in het eerste deel komen de cardiovasculaire ziekten aan bod en in het tweede deel de cerebrovasculaire ziekten. De relatie met depressie komt het uitgebreidst aan de orde, maar in het gedeelte over de cardiovasculaire ziekten worden ook twee hoofdstukken gewijd aan angst- en paniekstoornissen en in het tweede deel is een hoofdstuk opgenomen over manie. In twee hoofdstukken wordt uitgebreid stilgestaan bij de methodologische tekortkomingen van veel onderzoek, bijvoorbeeld de vaak beperkte diagnostiek van depressie in het onderzoek bij patiënten met cardiovasculaire ziekten: in de meeste onderzoeken alleen een (zelfinvul) vragenlijst en geen diagnostisch interview. Ook het probleem van de richting van de relatie tussen vasculaire ziekte en depressie wordt aangekaart, uitmondend in een interessant hoofdstuk van Lyness & Caine, waarin een model wordt gepresenteerd waarin de verschillende risicofactoren worden samengebracht. Beide delen worden afgesloten met een hoofdstuk over de behandeling van affectieve stoornissen bij vasculaire ziekte. Hoewel er maar weinig randomized controlled trials zijn uitgevoerd bij deze patiëntengroepen, geven de auteurs op basis van overige beschikbare kennis duidelijke aanbevelingen.
Met dit boek is de redactie er inderdaad in geslaagd de verspreide kennis over vasculaire ziekten en affectieve stoornissen overzichtelijk bijeen te brengen met slechts weinig overlap in de hoofdstukken. Een aanrader voor ziekenhuispsychiaters, ouderenpsychiaters en collega's uit de neurologie en cardiologie.