Leven met een paniekstoornis
Twee psychologen/gedragstherapeuten met ruime ervaring met de behandeling van mensen met angststoornissen zijn de auteurs van dit boekje dat primair gericht is op de patiënt. In hun doel om de patiënt handvatten te bieden hoe met de paniekstoornis en/of de agorafobie om te gaan, zijn zij duidelijk geslaagd. Het boekje behandelt vragen als: 'Wat is er met me aan de hand?'; 'Wat zijn de verschijnselen?' 'Hoe heeft het zover kunnen komen?'; 'Wat zijn mogelijke oorzaken?'; 'Wat staat me te wachten?' Verder gaat het over middelengebruik, vermijdingsgedrag, hoe denkfouten en misleidende leefregels ontstaan, en hoe een en ander kan leiden tot motivatie voor een behandeling.
Een belangrijk deel van het boekje is gewijd aan de gedragstherapeutische behandelingsmogelijkheden, waarbij veel aandacht besteed wordt aan wat de patiënt zelf kan doen. Een relatief klein deel gaat over de farmacotherapie van de paniekstoornis. Gezien het belang van dit onderdeel van de therapie en het evidence-based karakter hiervan had het boek aan waarde gewonnen als hier iets meer over geschreven was. Ook ontbreken er wat gegevens over het ziektebeeld, zoals sekseverschillen, beginleeftijd en beloop. Wat de consequenties zijn voor de omgeving van de patiënt, wat je de omgeving wel of niet vertelt, en wat deze kan doen, worden in een apart hoofdstuk beschreven. Het boek wordt afgesloten met een uitgebreide handige lijst van adressen van patiëntenverenigingen en met literatuurverwijzingen, inclusief internetpagina's.
Concluderend: van harte aanbevolen voor patiënten met een paniekstoornis en hun 'direct betrokkenen' en uitstekend passend in deze tijd van emancipatie van de patiënt met een psychiatrische aandoening.
I.M. van Vliet