Bevindingen en suggesties uit het psychologische testonderzoek van tien chronische Schizophrene patienten
De meest specifieke testsymptomen, de symptomen, die tevens het dichtst het negatieve symptoom van Jackson benaderen, (d.w.z. dicht bij de defectsymptomen lijken te staan) kan men in de volgende twee groepen verdelen:
I. stoornissen rond de formele verandering in de dynamiek der psychische processen, waarin men het normale mededelingskarakter en de normale wederkerigheid mist:
a. het schematisch-mechanisch karakter van hun denken, dat hun W.A.I.S. kenmerkt en vooral in de lage score voor de subtest gezond verstand en in hun antwoorden op deze subtest tot uiting komt;
b. de verschillende vormen van falen in de subtest rangschikken, waarin zij het voor-een-ontwerp-van-een-stuk je-menselijke-historienoodzakelijke heen-en-weer van vraag en antwoord niet kunnen opbrengen en waarin zij waarschijnlijk tevens door hun contactstoornis niet in staat zijn om een adequate keuze te doen uit de mogelijke bedoelingen van de op de plaatjes afgebeelde personen;
c. een ontbreken van het communicatieve in het duiden van de Rorschach platen, dat tot uiting komt in het niet aanvoelen van de impliciete opdracht tot persoonlijke vormgeving in de Rorschach- testsituatie, hetgeen o.a. ten grondslag schijnt te liggen aan het typische naast-elkaar-voorkomen van zeer goede en zeer slechte originele vormantwoorden, van originele en vulgaire antwoorden en tevens aan de zgn. „deteriorated color'-antwoorden;
II. Stoornissen, waarin een gebrek aan anticipatie en spanning t.o.v. het mogelijke, het niet aanwezige (een gebrek aan intentionaliteit zou men het ook kunnen noemen); tot uiting komt: Hieronder vallen eveneens de lage scores van gezond verstand en rangschikken, doch waarschijnlijk tevens die van legkaart uit de W.A.I.S.; en de passiviteit en spanningsloosheid, het gebrek aan initiatief en het ontbreken van op de ander gerichte intentionaliteit van de personages in vele T.A.T. verhalen. Deze tweede groep bevat waarschijnlijk de kenmerken van het „defectschizophrene' van deze chronische schizophrenen.
Toetsen we deze testsymptomen aan het ideale primaire symptoom van Mayer-Gross, dan lijkt groep I
a) wel specifiek en karakteristiek te zijn voor de schizophrenie.
b) defecten te betreffen, die misschien als negatieve symptomen van Jackson kunnen worden beschouwd, of althans deze dicht benaderen.
c) echter niet bij alle gevallen van schizophrenie voor te komen, terwijl over de onafhankelijkheid van psychische en exogene oorzaken geen oordeel kan worden geveld. De testsymptomen uit groep II zijn minder duidelijk specifiek en karakteristiek, terwijl zij geen andere positieve kenmerken op groep I voor hebben.