Understanding the Personality Inventory for DSM-5 (PID-5)
Washington, American Psychiatric Association Publishing, 2024
ISBN 978-16-153-7511-0
234 pagina’s
£ 58,00
Sinds de invoering van het DSM-systeem is er discussie over de categoriale versus dimensionele diagnostiek. De recentste versie, DSM-5 (uit 2013), heeft dit dilemma ‘opgelost’ door een bijlage met een alternatief DSM-5-model voor persoonlijkheidsstoornissen (AMDP). Dit model geeft vijf domeinen: negatieve affectiviteit, afstandelijkheid, antagonisme, ongeremdheid en psychoticisme, met 29 facetten, waarmee zes van de tien persoonlijkheidsstoornissen uit de DSM-5 kunnen worden beschreven.
Deze domeinen en facetten kunnen worden gemeten met de Personality Inventory DSM-5 (PID-5), die in dit boekje wordt beschreven. De PID-5 is gebaseerd op het Five Factor Model (FFM) van persoonlijkheidstrekken, waarbij de nadruk wordt gelegd op de maladaptieve varianten; bij de dimensie vriendelijkheid versus antagonisme gaat het dan bijvoorbeeld om manipulatief gedrag, onbetrouwbaarheid, grandiositeit, aandacht zoeken en ongevoeligheid.
In het boek besteden de auteurs aandacht aan de validiteit van de PID-5, de vergelijkbaarheid met andere meetinstrumenten zoals de Minnesota Multiphasic Personality Inventory (MMPI) en de Personality Assessment Inventory (PAI), en ze bespreken een aantal casussen met profielen, gemeten met de PID-5.
Er zijn verschillende versies van de PID-5: de uitgebreide zelfrapportage met 220 vragen, een ‘informant’-versie met 218 vragen, twee verkorte versies met 100 of 25 vragen (de krachtigst ladende items van de 220 vragen). Dit beslaat de helft van het boek van 218 bladzijden; de overige bladzijden zijn gevuld met tabellen van de normatieve verdeling van de scores.
Het boekje is helder geschreven en goed leesbaar, en werd gesubsidieerd door de American Psychiatric Association. De PID-5 is in Nederland gratis te downloaden (https://hanberghuis.nl/Downloads-Meetinstrumenten). Eerder beoordeelden Berghuis e.a. in dit tijdschrift de vragenlijst als betrouwbaar en bruikbaar.1 Het blijft echter een zelfrapportage waarvan bekend is dat er bepaalde meetfouten optreden. Ook Berghuis e.a. bevelen nader onderzoek naar de PID-5 bij patiënten met externaliserende persoonlijkheidsproblematiek aan. Naar mijn mening is een klinisch interview door een professional, waarbij doorgevraagd wordt op bepaalde gevoelige thema’s, een weliswaar tijdrovender, maar betrouwbaarder alternatief.
Ik concludeer dat dit een goed leesbaar boekje is, vooral bruikbaar voor degenen die zich verder in de achtergronden van de PID-5 willen verdiepen.
Literatuur
1 Berghuis H, Lemaire L, Ingenhoven TJM, e.a. De Nederlandstalige DSM-5 Persoonlijkheidsvragenlijst (PID-5-NL): psychometrische eigenschappen en klinische toepassing. Tijdschr Psychiatr 2021; 63: 796-803.
Moniek Thunnissen, psychiater niet praktiserend, Bergen op Zoom