Het verloren paradijs en onze vrijheid
Antwerpen, Gompel & Svacina, 2023.
239 pagina's, ISBN: 9789463713672, €29,90
Van de hand van inmiddels gepensioneerd psychiater en psychotherapeut Jaap Wijkstra verscheen in 2022 zijn derde boek. Dit volgde relatief snel op zijn eerdere boeken die in 2017 en 2020 uitkwamen en waarnaar ook regelmatig in dit boek verwezen wordt. In de huidige beschouwing ‘Het verloren paradijs en onze vrijheid’ leidt Wijkstra de lezer in 239 pagina’s, 4 delen en 19 intermezzo’s door een psychoanalytische duiding van het autonoom worden van de Westerse maatschappij. De opzet doet aan als ‘Alice Miller meets Irvin Yalom’. Het drama is namelijk doorvlochten met intermezzo’s en daarin beschrijft hij fragmenten uit zijn psychotherapeutische praktijk. Zeer herkenbare situaties voor een ieder die een soortgelijke therapie uitvoert of leert uit te voeren. Met de intermezzo’s poogt hij zijn duidingen te illustreren. Negentien stuks is een hoop en ze zijn soms relatief lang, zeker gezien er uiteindelijk nog wat vraagtekens blijven bestaan over de theorie die hij uiteen probeert te zetten.
De tocht door het thema ‘individuele separatie-individuatie-socialisatie’ wordt in de inleiding geïntroduceerd. Hierin noemt hij onder andere persoonlijke noten, de historie van dit concept en uitleg over separatie, splitsing en de sociale orde. In het tweede deel wordt de ontwikkeling van de psyche verder toegelicht met een samensmelting van psychoanalytische denkbeelden. Verstoring hiervan wordt helder en puntsgewijs benoemd en kunnen nuttig zijn voor een psychiater in spe. Het is waarschijnlijk moeilijk te volgen voor een blanco lezer. In het derde deel, waar de filosofie wordt aangehaald in relatie tot de individuele separatie-individuatie-socialisatie, gebeurt er misschien bij de lezer wat de schrijver op meta-niveau probeert duidelijk te maken. De neiging om af te splitsen en het boek weg te leggen komt soms op maar de zalvende, goede moeder lonkt dan toch weer om het uit te lezen. In het derde deel worden religieuze, filosofische en visionaire stromingen doorlopen. Er worden parallellen getrokken met de ontwikkeling van de psyche van een individu. Dit gebeurt vanuit een dominant Westerse bril, zo is er bijvoorbeeld een korte passage over de Islam die typisch eenzijdig oftewel oriëntalistisch beschreven wordt. Wijkstra had hier een hardere keuze kunnen maken tussen uitweiden over een andere godsdienst dan het Christendom, maar dan met meer aandacht en nuance, of dit weglaten. Hij zou zich bijvoorbeeld kunnen hebben laten inspireren door Edward Saïd en diens uiteenzettingen over de invloed van Westerse literaire stromingen op Europees Islamofoob gedachtegoed. Enfin, deel drie doet aan als een semi-gestructureerde gedachtestroom van Wijkstra. Zo trekt hij bijvoorbeeld een parallel tussen de heksenvervolging en splitsing en magisch realisme, wat lijkt op de fases uit de kinderleeftijd. Maar bestaat er niet altijd nog splitsing en magisch realisme in de huidige tijd, denk aan de recent ontstane oorlog? En hoe wordt dat precies geduid? Momenteel is er in de Oekraïne helaas weinig te merken van een verbinding tussen binnen- en buitenwereld. Wijkstra geeft aan dat onze maatschappij in de huidige eeuw bezig is met een ‘relational turn’ door middel van intersubjectiviteit. Het is interessant om het feminisme en dekoloniale denken met deze bril op te beschouwen. Deel vier gaat over een mogelijke oplossing van de ontregeling van onze sociale orde, jammer genoeg is dit deel erg kort. Het lijkt erop dat contact de oplossing is, of wordt er toch meer gehint op emotionele holding? Het laat de lezer nieuwsgierig achter naar wat de sociale orde nog te wachten staat. Zijn oproep om niet tot een antwoord te komen maar erover na te denken, werkt in ieder geval prikkelend. Tot slot wordt de term individuele separatie-individuatie-socialisatie door het gehele boek vaak herhaald. Het was voor de leesbaarheid fijn geweest om een toegankelijkere term te hanteren.
Over het algemeen slaagt Wijkstra erin om ons op gedegen, psychoanalytische wijze iets te leren over hoe je maatschappelijke ontwikkelingen zou kunnen duiden. De analogie is origineel en de raakvlakken zijn mooi gevonden, al blijft er bij mij het gevoel bestaan dat het voornamelijk een interpretatie van de auteur is.
Jentien Vermeulen, aios Psychiatrie, Amsterdam