Ter observatie opgenomen. Pieter Baan Centrum 1949-2019
Over de geschiedenis van het Pieter Baan Centrum zou je een spannend jongensboek kunnen schrijven. Decennialang werd over de oprichting van een Psychiatrische Observatiekliniek gesproken. Na de Tweede Wereldoorlog was eindelijk het juiste moment daar. Een charismatische geneesheer-directeur in de persoon van Pieter Baan, de juiste maatschappelijke omstandigheden en het allerbelangrijkste, de Utrechtse School, waarin men de persoon van de dader vooropstelde, vormden daarvoor de ingrediënten.
In de jaren daarna heeft het Pieter Baan Centrum als grand old lady van de forensische psychiatrie vaak in het middelpunt van de belangstelling gestaan. Grote zaken, maatschappelijke discussies, ontsnappingen, verdachten met ernstige stoornissen en nieuwe methodes van observatie (bijv. een afdeling voor moeilijk onderzoekbare verdachten) komen voorbij. En dan, na bijna 70 jaar Utrecht, volgt in 2018 de verhuizing naar ‘de nieuwe locatie in de polder’, Almere.
De schrijvers van Ter observatie opgenomen zijn goed ingevoerde historici. Zij hebben een diepgravend en genuanceerd boek afgeleverd over de geschiedenis van de forensisch psychiatrische observatiekliniek. Deze geschiedenis werd mede bepaald door psychiatrische, juridische en maatschappelijke ontwikkelingen. Het onderwerp leent zich dan ook goed voor dit historische overzicht.
Het boek bevat pareltjes die elke geïnteresseerde zullen aanspreken. Een kleine greep: het rapport van Pieter Baan himself over de verdachte die volledig toerekeningsvatbaar werd geacht, maar wel gehandicapt in het leven stond en psychiatrische hulp nodig had. De bankovervaller die in vroegere tijden zou hebben gezegd bij aanhouding: ‘Jammer, ik ga zitten.’ Het IJzeren Gordijn tussen staf en verpleging en de grote visite op vrijdag. Het onewayscreen dat in plaats van een laboratorium kwam als illustratie van de waardering van menselijke verhoudingen. De 23 variaties op toerekeningsvatbaarheid (een begrip dat we tegenwoordig overigens niet meer als zodanig hanteren). De gevalsbeschrijvingen en disputen en de ‘kwetsbare, maar vasthoudende’ omgang met de verdachten.
Het boek is prachtig vormgegeven met historische foto’s. Ik kan me wel voorstellen dat de wat stijve titel en dito omslagfoto niet bij iedereen in de smaak zullen vallen. Het grootste bezwaar echter is dat het boek leest als een multidisciplinair rapport: er is veel herhaling door de afzonderlijke auteurs en een echte spanningsboog ontbreekt. Natuurlijk, elke auteur heeft een eigen invalshoek, maar als lezer wil je worden meegenomen in dit boeiende verhaal. Ik mis ook een ‘gezamenlijk geschreven’ conclusie en een blik op de toekomst, zeker nu het Pieter Baan Centrum net is verhuisd. Misschien is dit te veel gevraagd voor een historisch boek, maar ik hoop dat dit een plaats gaat krijgen in een volgende editie.
D. Vinkers, forensisch psychiater, Rotterdam