Attachment theory in practice. Emotionally focused therapy (EFT) with individuals, couples and families
Johnson, de ontwikkelaar van de emotionally focused couples therapy (eft), heeft het toepassingsgebied uitgebreid naar families en individuen. Zij stelt dat de hechtingstheorie richtinggevend is in psychotherapie, ook bij volwassenen. Ze biedt een benaderingswijze gericht op het bevorderen van emotieregulatie, interpersoonlijk functioneren en veilige hechting. De wetenschappelijke achtergronden en hoe de behandeling in de praktijk werkt, beschrijft zij met dialogen van behandelsessies.
Johnson overtuigt omdat haar gedachtegang zowel intuïtief logisch als goed te volgen is. Ze blinkt uit in haar taalgebruik. Het boek is beeldend geschreven en ze legt complexe materie stapsgewijs uit met veel voorbeelden in prettig leesbare zinnen. Ze beschrijft interventies, zoals metacommunicatie, uitvragen van triggers voor emoties en bijbehorende gedragingen, empathie, geruststelling, hanteren van de overdracht, parafraseren en herformuleren, in een narratief voor herstel. Johnson beschrijft deze interventies als danspassen, die de bestaande choreografie van interacties van de patiënt met anderen wezenlijk doen veranderen.
Hoewel de effectiviteit van eft voor partners degelijk is onderzocht en er enige studies zijn waarbij één of beide partners een depressie of een posttraumatische stressstoornis (ptss) heeft, geldt dat veel minder voor de individuele en de familievariant.
eft voor individuen (efit) lijkt weliswaar op interpersoonlijke psychotherapie (ipt) en affectfobietherapie (aft), maar heeft een stevigere verankering in de hechtingstheorie. Effectiviteitsonderzoek naar efit ontbreekt helaas.
Naar de behandelvariant voor families (efft) is één vergelijkende studie gedaan, waarin de methode effectiever bleek dan groepstherapie bij pubers met eetstoornissen. Een tweede onderzoek naar de effecten bij kinderen met medisch onverklaarde klachten is gaande. Vooralsnog is er bij familietherapie meer evidentie voor de attachment-based family therapy (abft), waar efft wel gelijkenissen mee vertoont.
Toch is het wenselijk dat psychiaters kennis hebben over eft. In de eerste plaats omdat eft in Nederland onder relatietherapeuten een populaire therapievorm is, met reeds 600 behandelaars, die voornamelijk werken buiten het gezichtsveld van de ggz. In de tweede plaats omdat psychiaters zelf oververtegenwoordigd zijn in de statistieken voor echtscheidingen en in de laatste plaats omdat de indicatie voor eft ruimer kan zijn dan relatie- of seksuele problemen.
J. Godschalx-Dekker, ziekenhuispsychiater, Haarlem