Handboek verslaving (herz. ed.)
Tien jaar na de vorige editie van het Handboek verslaving is het hoog tijd voor een nieuwe editie, gezien de vele recente ontwikkelingen op verslavingsgebied. Het is een uitstekend handboek dat een volledig overzicht geeft van de mechanismen die aan verslavingsgedrag ten grondslag liggen en over de manier waarop verslaving effectief behandeld kan worden.
Auteurs verwijzen veelvuldig naar bestaande richtlijnen en wetenschappelijke literatuur zowel voor diagnostiek en monitoring, als voor symptomatologie en behandeling. De 26 hoofdstukken sluiten mooi op elkaar aan, waardoor redundante herhalingen achterwege blijven en er vlot verwezen wordt naar andere hoofdstukken. Het is vlot leesbaar als boek, maar kan evengoed dienen als naslagwerk om zaken op te zoeken. De vele tabellen en schema’s maken het geheel nog duidelijker en overzichtelijker.
In deze versie zijn 12 nieuwe hoofdstukken opgenomen onder meer over verschillende vormen van comorbiditeit, gedragsverslavingen, forensische verslavingszorg, neuromodulatie en cognitieve training. Op deze manier brengt de redactie verslaving en psychiatrie dichter bij elkaar.
Verschillende auteurs gaan in op verslavingsgedrag bij adolescenten (o.a. de rol van de ouders en leeftijdsgenoten bij verslaving, comorbiditeit met ontwikkelingsstoornissen, enz.), helemaal in lijn met de groeiende discipline van transitiepsychiatrie. De hoofdstukken over neurobiologie en genetica geven een bondige en begrijpelijke samenvatting en onderbouwen het belang van gepersonaliseerde (farmacologische) behandeling. De hoofdstukken over toxidromen, detoxificatie en motivatie zijn hoofdzakelijk praktijkgericht. Een must voor psychiaters(-in-opleiding) is het hoofdstuk over farmacologische interventies om het aantal onderbehandelde verslaafde patiënten te kunnen terugdringen.
Hoewel we het handboek over het algemeen dienen te beschouwen als basisliteratuur voor psychiaters in opleiding, geldt dit niet voor alle hoofdstukken. Zo is het hoofdstuk over somatische comorbiditeit eerder op het niveau van de student geneeskunde met een opsomming van alle mogelijke vormen van dergelijke comorbiditeit en ontbreekt het aan praktische richtlijnen betreffende screening, diagnostiek en behandeling waardoor het weinig bruikbaar en toepasbaar is voor de dagelijkse praktijk van de huisarts of de psychiater. Andere hoofdstukken over neuromodulatie en cognitieve training zijn dan weer meer gericht op de psychiater die zich specialiseert in verslaving.
Een ander punt van kritiek betreft het Nederlandse karakter van het handboek. In het hoofdstuk epidemiologie vinden we geen enkel Vlaams of Belgisch cijfer terug. Ook de auteurs van het hoofdstuk over forensische verslavingszorg beschrijven enkel de Nederlandse situatie. Aangezien deze zorg fundamenteel anders georganiseerd en gefinancierd wordt en ook de terminologie sterk verschilt, is dit hoofdstuk weinig herkenbaar en bruikbaar voor Vlaamse psychiaters.
Ondanks deze twee minpunten is dit handboek een absolute must-have voor alle psychiaters(-in-opleiding).
M. Destoop, psychiater, Antwerpen