Handboek psychose
Het Handboek psychose maakt deel uit van de serie over psychiatrische aandoeningen en onderwerpen, uitgegeven door Boom. Als een van de belangrijkste uitingen van psychiatrische ziekte is het niet meer dan vanzelfsprekend dat over psychose een handboek wordt samengesteld.
Binnen het psychiatrisch veld zou de psychose een hoeksteen moeten zijn, maar in de praktijk heeft ze meer weg van een struikelblok. Na bijna 200 jaar wetenschappelijke psychiatrie begrijpen wij nog steeds weinig van de essentie van de psychose. Het lijkt er eerder op dat iedere onderzoeker zijn of haar projectie erop kwijt kan. De ideologie wint het bij herhaling van de wetenschap en dat heeft volgens mij te maken met het ontbreken van een integrale hypothese die alle aspecten van deze bij uitstek menselijke aandoening omvat.
Ook dit handboek lijdt aan dit euvel. Van weersomstuit worden wij overspoeld met data over incidentie en prevalentie, werkingsmechanismen van neurotransmitters, een opsomming van antipsychotica, hun werking en bijwerkingen, scoringslijsten en dsm-criteria. Na het doorwerken van al deze gegevens ben ik niet veel wijzer geworden over de essentie van de psychose. De immense hoeveelheid aan data heeft niet geleid tot een geheel of een integrale visie op de psychose. Het probleem van de psychose is veel te ingewikkeld en bovendien spreken data elkaar op bepaalde gebieden ook tegen. De auteurs geven dat toe.
De auteurs van het Handboek psychose etaleren een duidelijke voorkeur voor een biologische invalshoek, zowel wat betreft de etiologie als wat betreft de behandeling van de psychose. Wel zijn ze voorzichtig met voorbarige conclusies. In verband met epidemiologische gegevens en afwijkingen van het neuronale netwerk wordt wijselijk gesproken van correlaties en niet van causaliteit.
Tegelijkertijd koesteren zij wel de gedachte dat uit de hoek van de neurowetenschappen het verlossende woord over de etiologie van de psychose zal komen. Tot nog toe is dat niet het geval geweest, maar het verlangen blijft. Ik durf te voorspellen dat de oplossing van het psychotisch enigma nooit vanuit die ene hoek zal komen, om de eenvoudige reden dat deze visie op de mens te eenzijdig is en dus niet alle aspecten van het menselijk wezen in ogenschouw worden genomen. Het behaviorisme vanwaaruit dit boek is geschreven, is te gemankeerd. In die zin zou een al te mechanistische visie veel kunnen hebben aan een meer psychodynamische benadering van de psychose. De patiënt met een psychotische stoornis is toch geen slecht lopende machine?
J. de Kroon, psychiater-psychoanalyticus, Eindhoven